De mooiste en best bewaarde meubels die uit het oude Egypte bewaard zijn gebleven, zijn afkomstig uit graven. De Egyptenaren geloofden dat na het sterven het leven in een andere wereld werd voortgezet. Dit nieuwe leven, kende dezelfde menselijke geneugten, maar ook dezelfde noden als het aardse bestaan. Graven werden daarom opgevat als eeuwige woonhuizen en de doden werden omringd door levensmiddelen en voorwerpen waarmee zij ook in het hiernamaals in hun levensbehoeften konden voorzien. Dankzij de gunstige klimatologische omstandigheden in Egypte zijn veel houten meubelstukken die in de loop der tijd door opgravingen zijn ontdekt, in een goede, soms zelfs voortreffelijke staat bewaard gebleven. De oude Egyptenaren beschikten over ongeveer hetzelfde meubilair als wij. In de meeste huishoudens waren stoelen, krukjes en bedden aanwezig. Alhoewel, kasten met deuren en laden zoals wij die kennen, gebruikten de oude Egyptenaren niet. Zij gaven voor het opbergen van huisraad en kleding de voorkeur aan makkelijk te vervoeren rechthoekige kisten in diverse formaten. Deze kisten hadden verschillende vormen van deksels. Sommige deksels waren vlak, andere hadden de vorm van een zadeldak, weer andere waren bol of liepen schuin af. Dit hing samen met de functie van de kisten. Wanneer zij waren bedoeld om te worden achtergelaten in een graf, vertoonde het deksel vaak de vorm van het dak van een tempel of godenschrijn. Meestal werden kisten afgesloten met een stuk touw dat om twee knoppen werd gebonden. Wanneer de kisten werden gebruikt als grafinventaris werd het touw verzegeld met een stukje klei. Tafels die steunen op een grondvlak en één poot zijn alleen in grafschilderingen aangetroffen. Het betreft een offertafel met een rond tafelblad.
Het meest gebruikte meubelstuk was de taboeret, een eenvoudig krukje met vier poten. Hieruit ontwikkelde zich in de loop der tijden de stoel met een rugleuning zoals wij die ook kennen. De meeste stoelen waren eenvoudig met een zitting van geweven touw of leer en een rechte rugleuning. Andere exemplaren waren luxer, met een gebogen zitting en zachte kussens. Klapstoeltjes werden ook veel gebruikt, vooral tijdens reizen en bij militaire campagnes. Stoelen werden vaak voorzien van diermotieven, zoals bijvoorbeeld een zitting van luipaardvel. Een mooi voorbeeld hiervan is een klapstoeltje dat is gevonden in het graf van Toetanchamon. De ebbenhouten zitting is ingelegd met ivoor waardoor een motief is ontstaan van de gevilde huid van een luipaard. De poten van het stoeltje zijn voorzien van prachtig gestileerde ganzenkopjes.
Egyptische bedden waren tamelijk kort. Zo bedraagt de gemiddelde lengte van de bedden van Toetanchamon 172 centimeter. Het hoofd rustte niet op een kussen, maar op een halvemaanvormige neksteun van hout of albast. Bedden liepen meestal licht naar beneden af richting het voeteneind. Dat werd meestal voorzien van een plank met houtsnijwerk, soms versierd met afbeeldingen van de god Bes of de godin Taweret. Net als bij de zittingen van stoelen bestonden bedbodems uit een vlechtwerk van stroken leer of touw. Bij de eenvoudige bedden werden deze stroken simpelweg rondom het frame gebonden. Bij de luxere uitvoeringen werden gaten in de ombouw van het bed geboord waar de stroken doorheen werden geknoopt. Beddepoten hadden dikwijls de vorm van stieren- of leeuwenpoten, gesneden uit hout of ivoor.
LdJ en HJP
Lees ook het artikel: Meubelmakers.
Lees ook het artikel: Houtbewerking.
Lees ook het artikel: Versieringstechnieken van meubels.
Lees ook het artikel: Meubels in het Rijksmuseum van Oudheden.
Bronnen:
– Egyptian Woodworking and Furniture – G. Killen
– Cursussyllabus ‘Dagelijks leven’ – H. Pragt
– The illustrated dictionary of ancient Egypt – I. Shaw en P. Nicholson
– Leven in het oude Egypte – E. Strouhal
– People of the Pharaos – H. Wilson