De dodentempels – een introductie

Dodentempels in de Thebaanse regio.
Dodentempels in de Thebaanse regio.

Volgens de Egyptische religie moesten de standbeelden van overleden personen worden voorzien van (voedsel)offers zodat hun ka-ziel zou kunnen voortleven. Vanaf de allereerste koningen werden in Egypte speciale dodentempels gebouwd waar de beelden van de koning in een cultuskamer werden vereerd en van offers werden voorzien.

De Egyptenaren noemden de dodentempels ‘tempels voor miljoenen jaren’. In theorie zou men miljoenen jaren doorgaan met het brengen van offers en het vereren van de overleden koning. De dodentempel werd samen met het koningsgraf als belangrijkste onderdeel van het grafcomplex beschouwd.

De plattegrond van een dodentempel is opgebouwd uit verschillende pylonen (toegangspoorten), hoven, een hypostyle hal (zuilenhal), een offerzaal en het allerheiligste. Op de muren van de tempels staan zowel biografische als religieuze teksten.

De eerste dodentempels uit de 1ste en 2de dynastie waren van kleisteen en werden bij Abydos gebouwd. Tijdens het Oude Rijk en Middenrijk werden het stenen bouwwerken dichtbij de piramides. Vanaf het Nieuwe Rijk werden de koningen begraven in rotsgraven in het Dal der Koningen. De dodentempels werden gebouwd aan de rand van de woestijn, gescheiden van het Dal der Koningen door steile rotsen.

Graanmagazijnen, Het Ramesseum, Loeksor.
Graanmagazijnen, Het Ramesseum, Loeksor.

De meeste dodentempels waren gebouwd van zandsteen. De omringende gebouwen waren van kleisteen gebouwd. Deze bestonden uit priesterverblijven, bestuursgebouwen en enorme graanschuren en opslagplaatsen. Deze laatste werden gebruikt voor de opslag van de enorme hoeveelheden pacht en belasting, die de tempels in ontvangst namen van het land dat in hun bezit was.

De graanschuren van het Ramesseum, de dodentempel van Ramses II, boden ruimte aan zestien miljoen liter graan. Dit was voldoende om twintigduizend mensen een jaar lang te kunnen voeden. Dit graan werd niet alleen gebruikt voor de offers aan de overleden koning. Het werd ook gebruikt voor het bekostigen van de bouwactiviteiten van de koning. De tempels vervulden naast hun religieuze rol dus ook een economische rol van betekenis.

Tijdens het Nieuwe Rijk deden de tempels niet alleen dienst als dodentempel. Ze bevatten ook kapellen voor Amon-Ra en de zonnecultus. Deze kapellen waren er om het samensmelten van de overleden koning en de god Amon-Ra te verstevigen. De Thebaanse tempels uit het Nieuwe Rijk speelden ook een belangrijke rol bij het Mooie Dalfeest: een jaarlijkse herbevestiging van het verbond tussen de levenden en de doden. De tempelboten van Amon-Ra, Moet en Chonsoe werden over de Nijl naar de westoever geroeid. In processie trok men vervolgens langs alle koninklijke dodentempels.

De meeste dodentempels uit de 18de dynastie zijn grotendeels verdwenen. Van de grote dodentempel van Amenhotep III zijn nagenoeg alleen de Memnonkolossen, twee grote zitbeelden van de koning, bewaard gebleven. De terrassentempel van Hatsjepsoet is dankzij grondige restauratiewerkzaamheden weer in een goede staat gebracht. De tempels uit de 19de en 20ste dynastie verkeren in een betere staat. De Medinet Haboe-tempel van Ramses III is van alle Thebaanse dodentempels het best bewaard gebleven.

PvG

Bronnen:
– Het Dal der Koningen – K. Weeks
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes
– Egypte, van de Prehistorie tot de Romeinen – D. Wildung
– Foto graanmagazijnen – Lida de Jong