In deel 2 van dit drieluik wordt het vervolg van de beroemde slag bij Kadesj uit het 5de regeringsjaar van farao Ramses II uit de 19de dynastie beschreven.
Als Ramses II het nieuws verneemt dat de Hethieten zich vlakbij bevinden, stuurt hij zijn vizier richting de achterop liggende drie divisies. De boodschap aan de divisies is heel duidelijk: Trek zo snel mogelijk op richting Kadesj. In de vroege ochtend bereikt de vizier de dichtstbijzijnde Ra-divisie.
In grote haast om hun koning te helpen trekt de divisie naar Kadesj. Door het snelle marstempo en het oversteken van de rivier de Orontes valt de divisie uit elkaar. Op dat moment wordt de Ra-divisie aangevallen door Hethitische strijdwagens. In paniek vluchten de Egyptische soldaten, waardoor de Ra-divisie uiteengeslagen wordt.
Jarenlang is men er vanuit gegaan dat de Hethitische aanval op de Ra-divisie onderdeel was van een Hethitische hinderlaag. De Amerikaanse Egyptoloog Hans Goedicke veronderstelde in 1985 dat het geen geplande aanval van de Hethieten was. De Ra-divisie was simpelweg per ongeluk door een Hethitische verkenningseenheid aangevallen.
Moewatallis zou een groot aantal strijdwagens de Orontes hebben laten oversteken om te kijken waar de Egyptische strijdmacht zich bevond. Begroeiing langs de rivieroevers verhinderde het de Hethieten om de Egyptische Ra-divisie op te merken. Toen zij op volle snelheid uit de bosschages kwamen, werden zij verrast door de aanwezigheid van de Egyptenaren.
Op dat moment konden de Hethieten maar één ding doen: de Ra-divisie aanvallen. Goedicke baseerde zijn veronderstelling op het feit dat de Hethieten zonder ondersteuning van infanterie ten strijde trokken, terwijl dit niet binnen de strategie van de Hethieten paste. Daarnaast was er waarschijnlijk sprake van een vooraf afgesproken treffen. Daarbij zouden pas bij het aanwezig zijn van beide strijdmachten de gevechten van start gaan.
Het resultaat van de aanval op de Ra-divisie is vernietigend. De divisie wordt uiteen geslagen. Vervolgens rijden de Hethitische strijdwagens naar het kamp waar Ramses II zich bevindt. Het is niet geheel duidelijk of het hier gaat om het kamp van de Amon-divisie of het vooruitgeschoven kamp van Ramses II.
De Hethitische strijdwagens zijn gebrand op het veroveren van buit, daarom bestormen ze het Egyptische kamp. Hier verliezen de strijdwagens hun mobiliteit.
Ramses II leidt een tegenaanval. Hij weet vele Hethieten met de pijlen uit zijn boog te doden. In zijn wanhoop spreekt Ramses een gebed uit waarin hij de god Amon een rijke krijgsbuit belooft, in ruil voor hulp. Het lijkt of Amon zijn smeekbede verhoort; kort daarop keren de Hethieten hem namelijk de rug toe. Een regen van pijlen wordt op de vijandelijke strijdwagens afgeschoten. De Hethitische troepen raken in paniek en beginnen zich terug te trekken. Hierbij worden ze achtervolgd door een Egyptische strijdwageneenheid onder leiding van Ramses II.
De Hethitische koning Moewatallis, die waarschijnlijk vanaf een heuvel ten noorden van Kadesj het verlies van zijn strijdwagens ziet plaatsvinden, geeft opdracht tot een tweede aanval. Hij heeft echter alleen de beschikking over zijn directe volgelingen, bestaande uit Hethieten van hoge komaf en de leiders van zijn bondgenoten. Deze haastig gevormde eenheid steekt de rivier de Orontes over en begint aan een opmars richting het kamp van de Amon-divisie.
PvG
Lees ook: De slag bij Kadesj – deel 3
Bekijk ook de koningskaart van Ramses II
Bronnen:
– Perspectives on the battle of Kadesh – H. Goedicke
– The Kadesh inscriptions of Rameses II – A. Gardiner
– Pharaoh triumphant – K. Kitchen
– The road to Qadesh – B. Murnane