Farao Senwosret III was de vijfde vorst van de 12de dynastie volgens de Koningslijst. Hij was getrouwd met zijn halfzus Sathathorioenet en met Meretseger, een vrouw van onbekende afkomst. De namen van een aantal dochters zijn bekend. De namen van zonen zijn echter niet bekend.
Aangezien Senwosret III een co-regentschap met zijn opvolger Amenemhat III heeft gehad, wordt er vanuit gegaan dat deze zijn zoon was. Tijdens de regering van Senwosret III vonden er veranderingen plaats in onder andere het bestuur en de kunst. Om deze reden wordt zijn regeerperiode gezien als het begin van het Late Middenrijk.
Op administratief gebied vormde zijn regering een keerpunt binnen het Middenrijk. Hij wist de macht van de nomarchen, de heersers over de Egyptische gouwen (nomen of provincies) terug te dringen. Dit gebeurde door de invoering van een nieuw bestuurlijk systeem. Egypte werd in drie administratieve departementen verdeeld: het noorden, het zuiden en het hoofd van het zuiden (Elefantine en Nubië). Elk departement werd geleid door een raad van hoge functionarissen die onder leiding van de vizier stonden.
Senwosret III voerde een serie van militaire campagnes in Nubië uit. De precieze reden voor deze campagnes is niet geheel duidelijk. Mogelijk was het om te voorkomen dat Nubiërs op rooftocht in Egypte gingen. Een andere mogelijkheid was dat Senwosret III de greep op de handelsroutes in Nubië wilde verstevigen.
De eerste van deze campagnes vond plaats in het 8ste regeringsjaar. Een rotsinscriptie in Sehel maakt melding van de bouw van een kanaal met de naam ‘mooi zijn de wegen van Chakaoera’. Met behulp van dit kanaal wisten Egyptische schepen makkelijk het eerste cataract (stroomversnelling) te passeren. Er zijn vermoedens dat het hier gaat om een gerestaureerd kanaal dat door farao Merenra uit de 6de dynastie was aangelegd.
Op de zuidelijke grens werd een reeks forten aangelegd om de grens te verdedigen. Het meest zuidelijke fort lag bij Semna. In juli 1844 werd door de Duitse geleerde Karl Richard Lepsius de ruïne van het fort bij Semna aangetroffen. Hij ontdekte onder andere twee stèles uit de regering van Senwosret III.
De kleinste stèle was afkomstig uit het 8ste regeringsjaar en is een koninklijk decreet waarin beschreven staat wat het doel van de zuidelijke grens was: ‘De zuidelijke grens, gemaakt in het 8ste jaar onder de majesteit van de koning van Opper- en Neder-Egypte, Chakaoera, gegeven leven voor eeuwig en altijd, om te voorkomen dat een Nubiër erover passeert richting het noorden, dan wel over land of per boot, of enige hordes Nubiërs, behalve een Nubiër die komt om handel te drijven in Inqen (het huidige Mirgissa) of op een officiële missie…’
De tweede ‘grote Semna-stèle’ is een overwinningsstèle die afkomstig is uit het 16de regeringsjaar en voornamelijk melding maakt van de grootse daden van Senwosret III: ‘Het vastleggen door Zijne majesteit van de zuidelijke grens bij Semna. Ik heb mijn grens vastgelegd, verder stroomopwaarts dan mijn voorvaderen. Ik heb wat mij is overgedragen vermeerderd. Want ik ben een koning die spreekt en (dienovereenkomstig) handelt. Het is wat mijn hart bedenkt, dat door middel van mijn hand gebeurt.’
Senwosret III bouwde zijn piramide in Dasjoer. Met zijn hoogte van 107 meter is het de grootste van de piramides uit het Middenrijk. Het verdwijnen van de kalkstenen dekstenen veroorzaakte zware erosie op de tichelstenen kern van het bouwwerk. Onder Senwosret III en zijn opvolger Amenemhat III veranderde de beeltenis van de koning drastisch. Deze toonde niet langer een geïdealiseerde jonge man, maar een meer realistisch portret van een man van middelbare leeftijd, serieus kijkend en herkenbaar aan relatief grote oren.
PvG
Zie ook de koningskaart voor meer informatie over deze farao.
Bronnen:
– The Middle Kingdom of Ancient Egypt – W. Grajetzki
– Chronicle of the Pharaohs – P.A. Clayton
– The Complete Royal Families of Ancient Egypt – A. Dodson en D. Hilton