De mastaba van Nyanchchnoem en Chnoemhotep is gelegen in het noordelijke gedeelte van de necropool van Sakkara. De mastaba werd in 1964 ontdekt door archeoloog Achmed Mahmoed Moessa onder de processieweg van de piramide van Oenas.
Waarschijnlijk dateert de mastaba uit het Oude Rijk , aan het einde van de regeerperiode van farao Nyweserra of van farao Menkaoehor uit de 5de dynastie . Ongebruikelijk aan de mastaba is dat deze is voorzien van twee kapellen en is gewijd aan twee mannen. Men gaat ervan uit dat deze mannen broers van elkaar waren, wellicht zelfs tweelingbroers.
Het graf is vooral bekend geworden door een aantal afbeeldingen waarop Nyanchchnoem en Chnoemhotep elkaar omhelzen. Daarom wordt ook wel gesuggereerd dat beide personen een homoseksuele relatie met elkaar zouden hebben gehad. Deze theorie is echter niet waarschijnlijk, daar in het graf een aantal afbeeldingen van hun echtgenotes en hun diverse kinderen te zien zijn. In de mastaba wordt iets meer nadruk gelegd op Nyanchchnoem. Dit zou erop kunnen duiden dat hij de oudste van de twee broers was.
De mastaba is één van de grootste van de necropool van Sakkara en bestaat uit twee gedeeltes. Het oudste deel van het grafcomplex is uitgehouwen in de rotswand waarna het graf aan de voorkant is uitgebreid met drie kamers en een open hof. Deze zijn gereconstrueerd met de kalkstenen blokken die zijn teruggevonden als fundering in de processieweg naar de piramide van farao Oenas.
De ingang van de mastaba bestaat uit een portiek met twee pilaren. Rondom de ingang en op de pilaren staan de namen en titels van de beide overledenen vermeld. De portiek voert naar de eerste hal met daarachter twee vertrekken, waarvan het achterste vertrek waarschijnlijk als een voorraadruimte diende. Deze ruimte is namelijk niet gedecoreerd.
Vanuit het eerste vertrek voert een doorgang naar een open hof met een tweede hal. In deze hal bevindt zich de toegang tot de grafkamer onder het complex. De tweede hal komt uit in een voorvertrek met twee doorgangen naar een dubbele offerkamer. In de offerkamer bevinden zich twee schijndeuren. De schijndeur van Nyanchchnoem is zwaar beschadigd doordat grafrovers in de oudheid zich hier een toegang tot het graf hebben verschaft door het graven van een tunnel. Achter de offerkamer bevindt zich de serdab.
Alle vertrekken, behalve de grafkamer, waren voor de nabestaanden toegankelijk. Net als de offerkamer was ook de grafkamer in tweeën gedeeld in een oostelijk en westelijk vertrek, oorspronkelijk gescheiden door een lage muur van ongeveer 85 centimeter hoogte. In het oostelijke vertrek is een kalkstenen sarcofaag teruggevonden waarvan het deksel al in de oudheid is vernield. De andere sarcofaag is geheel kapot geslagen en de stukken zijn vervolgens opgestapeld tegen de noordwand.
Beide overledenen waren priesters van Ra in de zonnetempel van farao Nyoeserra (zesde farao van de 5de dynastie) in Aboe Goerob. Ze waren tevens wab-priesters (reinpriesters) van de piramide van Nyoeserra in Aboesir. Het meest bekend zijn de beide broers als ‘opzichters van de manicuren en kappers in het koninklijk paleis’. Het gaat hier om een erebaan aangezien de beide broers als gevolg van hun werkzaamheden het lichaam van ‘de levende god op aarde’ mochten aanraken.
Op verscheidene wanden zijn de overledenen afgebeeld omringd door hun familieleden. Blijkbaar hadden de twee broers nog drie andere broers en drie zusters. De familie van Nyanchchnoem bestond verder uit zijn echtgenote, drie zonen, drie dochters en één kleinzoon. Chnoemhotep had een echtgenote, vijf zonen en één dochter.
De prachtige decoraties in het graf zijn verdeeld over de beide overledenen. Veel van de oorspronkelijke kleuren zijn nog bewaard gebleven. De wanden zijn voorzien van een geschilderde lambrisering van circa één meter hoog. Daarboven bevinden zich de diverse scènes waarvan de meest bijzondere in het artikel ‘De mastaba van Nyanchchnoem en Chnoemhotep – decoraties’ worden beschreven.
LdJ
Lees ook: De mastaba van Nyanchchnoem en Chnoemhotep – decoraties
Bronnen:
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes
– Who’s who in Ancient Egypt – M. Rice