De graven van Moestafa Kemal in Alexandrië

Fries met ruiterscène in het eerste graf. Foto Lida de Jong
Fries met ruiterscène
in het eerste graf.

In de winter van 1933 – 1934 werd tijdens werkzaamheden voor de aanleg van een voetbalveld een oude begraafplaats gevonden vlakbij voormalige kazernes in Alexandrië. De kazernes waren vernoemd naar de 20ste eeuwse politicus Moestafa Kemal. De begraafplaats, met oorspronkelijk zeven graven uit de 3de en 2de eeuw voor Christus in de Hellenistische Periode, was onderdeel van de oostelijke begraafplaats in het oude Alexandrië.

Omdat het oostelijke deel van de stad voornamelijk bewoond werd door de Griekse bevolking, zijn er op de begraafplaats geen Egyptische invloeden te zien. Van de zeven graven van Moestafa Kemal resteren er nog vier. Twee van de graven zijn geheel ondergronds. De andere twee waren gedeeltelijk bovengronds en gedeeltelijk ondergronds aangelegd. Van deze laatste twee graven zijn alleen de ondergrondse restanten nog zichtbaar.

Het eerste graf
Het eerste graf van Moestafa Kemal is het meest indrukwekkend. Een trap voert naar beneden naar een open hof met in het midden een altaar. Op het altaar zijn nog de donkere sporen van as zichtbaar. Waarschijnlijk zijn deze afkomstig van brandoffers, een typisch Grieks gebruik. De hof wordt omringd door tien vertrekken, elk geflankeerd door uit de wanden gehouwen Dorische zuilen. In de wand naast de trap bevindt zich een waterbekken. De bron voor de watertoevoer ligt in een vertrek erachter. Het water werd via een ingenieus systeem van terracotta pijpen vanaf de bron naar het waterbekken geleid.

Open hof en zuidelijke vertrekken 
in het tweede graf.
Open hof en zuidelijke vertrekken
in het tweede graf.

Links in de noordwand bevinden zich drie vertrekken waarvan de buitenste twee zijn voorzien van twee grafnissen, zogenaamde loculi. Het middelste vertrek heeft slechts één loculus in de achterwand. De drie vertrekken in de oostwand zijn goed bewaard gebleven. Veel van de decoraties zijn nog zichtbaar. In de zuidwand zijn drie doorgangen uitgehakt met sfinxen aan beide zijden.

Op de fries boven de doorgangen is een afbeelding van een plengoffer goed bewaard gebleven. Het is een scène met drie ruiters waarvan de middelste wordt geflankeerd door twee staande dames. Tussen de middelste ruiter en de dame links van hem is een donkerrood altaar zichtbaar. Alle figuren, behalve de meest linker, hebben de blik gericht op het altaar. De ruiters dragen korte militaire kledij met lange mouwen en hoge laarzen. De rechter ruiter draagt daarbij een helm. De dames zijn gekleed in lange jurken die over de voeten vallen.

Achter de drie doorgangen bevindt zich een lange smalle hal met in de beide zijwanden meerdere loculi. In de achterwand van de hal zijn drie vertrekken uitgehakt in de rotswand. De middelste is ondiep en bevat een sarcofaag in de vorm van een bed. De beide vertrekken aan weerszijden zijn voorzien van loculi en in de doorgang naar het rechter westelijke vertrek is een lijst afgebeeld met Griekse namen. Het is niet zeker of het hier gaat om namen van bezoekers of van de overledenen.

Het tweede graf
Het tweede graf van Moestafa Kemal is ook goed bewaard gebleven. Een trap leidt naar een vierkante open hof met een vierkant altaar in het midden. Het vertrek aan de rechterkant van de hof heeft waarschijnlijk dienst gedaan als banketzaal en is voorzien van kalkstenen banken. In de westwand is een klein vertrek uitgehouwen in de rotswand. Daarin bevindt zich een sarcofaag in de vorm van een bed. Deze is beschilderd met taferelen van bloemen, dansers en een rijtuig. Ernaast is een klein vertrek met een waterbron.

Sarcofaag in de vorm van een bed in het tweede graf.
Sarcofaag in de vorm van een bed
in het tweede graf.

De zuidkant van de hof is voorzien van een doorgang met twee Dorische zuilen. Het vertrek erachter is voorzien van twee loculi. Dit vertrek voert weer naar een volgend vertrek. Ook hier is de façade voorzien van twee Dorische zuilen.

De achterliggende ruimte is voorzien van banken voor bezoekers en is waarschijnlijk bedoeld geweest om nabestaanden de gelegenheid te geven om te bidden voor de overledene. De loculi aan weerszijden zijn later aangebracht.

De achterwand van het vertrek is voorzien van een doorgang naar een klein vertrek met daarin een begrafenisbed. Bovenin de fries zit een bronzen nagel bedoeld voor het ophangen van een bloemenkrans. Voor de ingang staat een kalkstenen offertafel.

Het derde graf
Graf nummer drie is ondiep uitgehakt met een centrale open hof omgeven door vertrekken aan de korte zijden. De noordkant is voorzien van een hoog platform met een bedvormige sarcofaag. De achterwand van het platform is voorzien van gebeeldhouwde gordijnen en drie doorgangen naar een grafkamer. De hof was ooit een soort tuin met rondgangen die bezoekers toegang boden tot het platform en de trap.

Achter de zuidelijke rondgang bevindt zich een overdekte rustruimte. De schilderingen bij de ingang zijn een imitatie van rood geaderd albast. De ruimte is voorzien van banken aan beide kanten en een doorgang naar een vertrek met loculi in de achterwand.

Het vierde graf
Van het vierde graf is slechts zeer weinig bewaard gebleven. De vierkante hof was ooit omringd door vrijstaande Dorische zuilen. In het noorden zijn nog sporen te zien van een groot rechthoekig vertrek met waarschijnlijk een grafkamer met sarcofaag. Aan de zuidkant bevindt zich een vertrek met loculi in de wanden.

LdJ

Lees ook: de graven van Es-Sjatbi in Alexandrië
Lees ook: de graven van Anfoesji in Alexandrië

Bronnen:
– Alexandria Archeological Sites – Dr. H. Riad
– Alexandria Illustrated – M. Haag
– Alexandria Rediscovered – J.Y. Empereur
– Foto’s – Lida de Jong