Ahmes-Nefertari

Ahmes-Nefertari, 
tempel van Karnak, Loeksor.
Ahmes-Nefertari,
tempel van Karnak, Loeksor.

Ahmes-Nefertari was de grote koninklijke echtgenote van farao Ahmose I, de stichter van de 18de dynastie. Haar afkomst is onzeker. Mogelijk was ze een dochter van Kamose. Aannemelijker is echter dat haar vader Seqenenra Tao II was. In dit geval was ze een zuster van Ahmose.

Ahmes-Nefertari schonk het leven aan zeker vier zonen en vijf dochters. Maar vijf kinderen stierven jong. Haar zonen waren Ahmose-Anch, Siamon, Ramose en de zoon die uiteindelijk als Amenhotep I zijn vader zou opvolgen.

Moetneferet, de vrouw van de latere farao Thoetmoses I was mogelijk een dochter van Ahmes-Nefertari. Ahmes-Nefertari had vele titels. Zij werd onder andere koningsmoeder, koningsdochter, koningszuster en grote koninklijke echtgenote genoemd. Zij was de eerste vrouw die de titel godsvrouwe van Amon droeg.

Met deze titel werd ze de vrouwelijke tegenhanger van de Hogepriester van Amon en feitelijk de tweede leider van de Amonpriesters. Deze titel bracht belangrijke politieke invloed en macht met zich mee. De dynastie kreeg hierdoor namelijk de controle over de rijkdommen en landerijen van de tempel van Amon.

Bovendien verbond het de koninklijke familie met de belangrijke Amoncultus. Deze titel werd na haar dood overgedragen aan haar vrouwelijke afstammelingen. Het is duidelijk dat Ahmes-Nefertari veel invloed had en haar echtgenoot adviseerde in bouwactiviteiten. Een stèle vermeldt dat Ahmose haar toestemming vroeg voor het oprichten van een cenotaaf (schijngraf) in Abydos voor haar grootmoeder Tetisjeri.

Toen Ahmose overleed, was Ahmes-Nefertari mogelijk een aantal jaren regentes voor haar zoon Amenhotep I. Ahmes-Nefertari heeft uiteindelijk haar zoon overleefd en zij heeft waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld in de opvolging door Thoetmoses I.

Amenhotep I en Ahmes-Nefertari, Museo Egizio, Turijn.
Amenhotep I en Ahmes-Nefertari,
Museo Egizio, Turijn.

Ahmes-Nefertari en Amenhotep I werden beschouwd als de grondleggers van het arbeidersdorp Deir el-Medina en als beschermheiligen van het dorp. Ongeveer een eeuw na hun overlijden, tijdens de regeerperiode van Amenhotep III, werden moeder en zoon gezien als de beschermende voorouders van heel Egypte.

Vooral in Deir el-Medina werd deze cultus in stand gehouden. In het dorp zijn ontelbare votiefgaven als beeldjes, reliëfs en stèles gevonden, die getuigen van de bijzondere verering van moeder en zoon. Ahmes-Nefertari wordt vaak afgebeeld met een zwarte huidskleur, als symbool voor vruchtbaarheid en wedergeboorte.

Tijdens processies van de patroonfeesten werd een gebitumineerd houten beeld van haar rondgedragen. Uit teksten op ostraka blijkt dat tijdens deze processies aan het beeld van Amenhotep I orakelvragen konden worden gesteld door de bewoners van het dorp.

De mummie van Ahmes-Nefertari is in 1881 door Emile Brugsch gevonden in de koninklijke cachette in Deir el-Bahri (DB 320). Deze bevond zich samen met de mummie van Ramses III in een enorme houten dodenkist. Haar mummie werd overgebracht naar het Egyptisch Museum in Caïro. Daar pakte Emile Brugsch haar mummie uit maar deze stonk zo erg door ontbinding dat het lichaam snel werd begraven op het museumterrein totdat de nare geur weg zou zijn.

Uit later onderzoek bleek dat zij in de zeventig was toen ze stierf. In haar haar waren strengen vals haar geweven om te verhullen dat ze kaal werd. In de oudheid is haar mummie beschadigd geraakt en haar rechter hand ontbrak. Het graf van Ahmes-Nefertari is tot nu toe niet ontdekt.

JR

Bekijk ook de koningskaart van farao Ahmose I

Bronnen:
– Lives of the Ancient Egyptians – T. Wilkinson
– Het oude Egypte – T. Wilkinson
– The illustrated Dictionary of Ancient Egypt – I. Shaw en P. Nicholson
– Chronicle of the Queens of Egypt – J. Tyldesley
– Syllabus: Berichten uit de Plaats van de Waarheid – H. Pragt