Elk jaar trad de Nijl buiten haar oevers. Omdat de Egyptenaren geen verklaring hadden voor de overstroming, zagen ze het als goddelijk werk. Ze beschouwden de eerste cataract bij Assoean als het brongebied van de Nijl. Ze geloofden dat de Nijl hier ontsprong in een onderaardse grot op het eiland Bigga.
De Nijlgod Hapi werd geassocieerd met de Nijloverstroming. Hij zou in de grot te Bigga verblijven en het Nijlwater kracht geven. De scheppergod Chnoem werd vereerd als de bewaker van deze grot en de beschermer van dit gebied.
De Nijloverstroming deed zijn intrede rond medio juli. In die periode verscheen ook de ster Sirius (de godin Sopdet in het oude Egypte) weer voor het eerst aan de horizon. Zij werd daarom ook geassocieerd met de Nijloverstroming. Deze gebeurtenissen vormden het begin van het nieuwe jaar, dat volgens de Oudegyptische kalender begon met het overstromingsseizoen.
Het slib dat na de overstroming achterbleef was essentieel voor de vruchtbaarheid van de landbouwgrond. Daarom werd al vanaf de Vroegdynastische Tijd de hoogte van de Nijl gemeten. Vanaf de Late Tijd gebeurde dit met zogeheten Nilometers, die in de buurt van de tempelcomplexen gebouwd werden.
Een Nilometer bestaat uit een put of een serie traptreden met markeringen op de wanden. Het water stroomde de trap binnen en de priesters en schrijvers van de tempels konden de hoogte van de overstroming opmeten en op de wanden optekenen. Nilometers werden in de tijd van de farao’s ook gebruikt om te bepalen hoeveel belasting er betaald moest worden. Als het waterniveau een goede oogst voorspelde, waren de belastingen hoger.
Er zijn ongeveer twintig Nilometers in Egypte bekend, onder andere bij de tempels van Esna, Edfoe, Kom Ombo, Dendera en Philae. De Nilometer bij Kom Ombo bestaat uit een grote ronde put, waarin zich een smalle spiraalvormige trap naar beneden slingerde. Mogelijk werd hierin ook een krokodil, de dierlijke verschijning van de god Sobek, gehouden.
Bij de tempel van Edfoe bevindt de trap met de Nilometer zich bij de oostelijke buitenmuur van het complex. De waterstanden zijn opgetekend in demotische graffiti.
Op het eiland Philae zijn twee Nilometers te vinden. De eerste bevindt zich bij de westelijke colonnade, tussen de elfde en twaalfde zuil. De andere Nilometer is aan de oostkant van het eiland te vinden, ter hoogte van de mammisi. Door de zuidelijke ligging van Philae is de theologie van deze tempels vooral gericht op de Nijloverstroming.
Centraal staat Osiris, die in zijn rol als vruchtbaarheidsgod zorgt voor de Nijloverstroming en de vruchtbaarheid van het land. Zijn echtgenote Isis wordt tevens geïdentificeerd met de ster Sopdet. Daarom gold Isis ook als de brengster van de Nijloverstroming en het nieuwe jaar.
Ook op het eiland Elefantine bevinden zich twee Nilometers.
Een van de best bewaard gebleven exemplaren ligt ten oosten van de tempel van de godin Satet, de echtgenote van Chnoem. Het is een dalende trap die is uitgehakt in de granietrotsen langs de oever. De trap stond in open verbinding met de Nijl. Deze Nilometer was erg belangrijk omdat Elefantine de zuidgrens vormde van het Faraonische rijk en de jaarlijkse overstroming hier als eerste het land bereikte. Vanuit hier werd de hoogte van de overstroming met vuursignalen doorgegeven tot aan Alexandrië, 1000 kilometer verderop.
In de Romeinse Tijd is deze Nilometer herbouwd. De markeringen die de hoogste en de laagste stand aangeven, stammen uit deze periode en zijn nog steeds zichtbaar. Deze Nilometer is nog tot 1870 in gebruik gebleven. De andere Nilometer op Elefantine bevond zich naast de tempel van Chnoem. Dit was een put die werd gebruikt om de hoogte van de Nijl te meten. Dit bouwwerk stamt uit de tijd van Nectanebo II (30ste dynastie). Uit onderzoek is gebleken dat deze Nilometer door de Griekse historicus en geograaf Strabo (ca. 64 v.Chr – 25 n.Chr.) werd beschreven toen hij Egypte bezocht. Hij schreef:
“In een waterput van steen aan de oever van de Nijl wordt de hoogte van de rivier gemeten. Op de wand van de put zijn markeringen aangebracht. Dit is belangrijk voor de boeren die hun land moeten irrigeren en de ambtenaren die de belastingen moeten heffen”.
In Caïro, bij Geziret-el-Rhoda, bevindt zich een Islamitische Nilometer, die rond 705 n.Chr. is te dateren. Vermoedelijk is deze gebouwd over een oude Nilometer uit de Faraonische Tijd. De Islamitische versie werkt op dezelfde manier maar maakt gebruik van een achthoekige zuil, in plaats van treden, om de waterstand te meten.
In mei 2016 heeft een team van Egyptische en Amerikaanse archeologen een oude Nilometer ontdekt bij Tell el-Timai tussen de ruïnes van de Oudegyptische stad Thmuis. Dit exemplaar stamt waarschijnlijk uit de derde eeuw voor Christus. Hij was gemaakt van grote kalkstenen blokken, had een diameter van 2,4 meter en werd gekenmerkt door een naar beneden lopende trap. Het bouwwerk maakte waarschijnlijk deel uit van een tempelcomplex in de buurt van de moderne stad El-Mansoera.
JR
Bronnen:
– The illustrated dictionary of ancient Egypt – I. Shaw en P. Nicholson
– Ancient Egyptian architecture – D. Arnolds
– De Nijl stroomopwaarts – M. Reijnders
– Egypt from Alexander to the Copts – S. Bagnall en D.W. Rathbone
– Art. National Geographic ‘Oude Nilometer ontdekt in Egypte’ – N. Romeo en P. van Beem, 16-5-2016