Sethy I uit de 19de dynastie bouwde de noordelijkste van alle dodentempels van de Thebaanse regio. In het Oudegyptisch heette de omgeving waar de tempel werd gebouwd ‘chefet-her-neb-es’ wat ‘tegenover haar de heer’ betekent. De heer was Amon-Ra.
De tempel van Amon-Ra, de Karnaktempel, lag aan de overkant van de Nijl tegenover die van Sethy I. De dodentempel zelf kreeg de naam ‘Sethy I is weldoend in het rijk van Amon aan de westkant van Thebe’. Dit bouwwerk was de tegenhanger van de hypostyle hal (zuilenhal) in de Karnaktempel, die tijdens de regering van Sethy I in aanbouw was.
Deze hal had de naam ‘Weldoend is Sethy I in het rijk van Amon’. De overeenkomstige namen verwijzen naar de functie van de twee bouwwerken. Beide waren gewijd aan de cultus van Amon-Ra en de vergoddelijkte Sethy I.
De Qoernatempel was niet alleen gewijd aan de cultus van Sethy I, maar ook aan die van zijn vader Ramses I. Deze koning was door zijn korte regeerperiode niet in staat geweest een eigen dodentempel te bouwen. Een apart deel van de Qoernatempel, de zogenaamde suite van Ramses I, was daarom gewijd aan zijn cultus. Dit deel van de tempel werd door Ramses II afgemaakt. Op afbeeldingen is te zien hoe Ramses II zowel zijn vader Sethy I als zijn grootvader Ramses I aanbidt.
Ook andere delen van de tempel waren nog niet voltooid toen Sethy I overleed. Ramses II nam de taak op zich om zijn vaders tempel te voltooien. Hij maakte echter wel duidelijk dat hij verantwoordelijk was voor het afbouwen. Op verschillende plaatsen werden zijn naam en afbeelding aangebracht.
Qua stijl van de reliëfs is het verschil tussen de bouwwerkzaamheden van Sethy I en Ramses II goed zichtbaar. Sethy I liet de reliëfs in bas-reliëf aanbrengen. Deze arbeidsintensieve beeldhouwmethode was erg gedetailleerd en verfijnd. Ramses II maakte gebruik van haut-reliëf. Deze enigszins grove, diepliggende reliëfs zijn minder arbeidsintensief, maar ook minder gedetailleerd.
In de faraonische tijd was de tempel te bereiken via een kanaal dat vanaf de Nijl naar de tempel van Hatsjepsoet liep. Sethy I koos deze locatie zodat zijn tempel een belangrijke rol zou spelen tijdens het Mooie Dalfeest.
Tijdens dit jaarlijkse religieuze festival werden de beelden van de goden Amon-Ra, zijn echtgenote Moet en zoon Chonsoe per vergulde boot over de Nijl en via het kanaal naar de tempel van Hatsjepsoet gevaren. Onderweg werd gestopt bij de dodentempel van de regerende vorst en zijn belangrijkste voorvaderen. Door zijn tempel aan het kanaal te bouwen, zorgde Sethy I ervoor dat zijn tempel altijd een halte voor de processie zou zijn.
De Qoernatempel was het voorbeeld voor de meeste dodentempels die tijdens de 19de en 20ste dynastie werden gebouwd. Alleen de achterkant is bewaard gebleven. Dit deel van de tempel was van steen gebouwd, het overige deel werd van tichelsteen gebouwd. Het tempelcomplex, dat naast de tempel ook uit magazijnen en pakhuizen bestond, werd omringd door een hoge omheiningsmuur. De Egyptenaren beschouwden de tempels als heilige vestingen, die beschermd moesten worden tegen de gevaren van de buitenwereld.
De muren zijn een aantal jaren geleden hersteld. De oorspronkelijke hoofdingang aan de oostkant van de tempel is echter niet meer bruikbaar. Deze wordt geblokkeerd door puin en bebouwing van het dorpje Qoerna dat tegen de tempel is aangebouwd.
PvG
Bekijk ook de koningskaart van Sethy I
Bronnen:
– Het Dal der Koningen, de graven en graftempels van West-Thebe – K. Weeks
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes
– Egypte, van de Prehistorie tot de Romeinen – D. Wildung
– Foto detail uit de dodentempel – Lida de Jong