Medamoed, in de oudheid bekend onder de naam Madoe was een voorstad van Thebe en vormde de noordelijke grens van de Thebaanse provincie. Middenin het dorpje, op de oostoever van de Nijl zo’n acht kilometer ten noordoosten van Loeksor, ligt de tempel van Monthoe. De huidige restanten van deze tempel, gewijd aan Monthoe, zijn echtgenote Rattaoey en Harpocrates, dateren voornamelijk uit de Grieks-Romeinse Tijd.
Van 1925 tot 1932 verrichtte het Franse Archeologische Instituut opgravingen onder leiding van Fernand Bisson de la Roque. Tijdens opgravingen in 1939 door Clément Robichon en Alexande Varille werd een ondergronds tempelcomplex ontdekt. Het betrof een dubbelheiligdom met een trapeziumvormige omheiningsmuur.
Twee torens, wellicht voorlopers van pylonen, vormden de toegang tot een voorhof. Van daar vormden wederom twee torens de doorgang tot een hof, met een toegang naar twee bochtige gangen die naar twee onderaardse vertrekken leidden. Bovengronds waren deze twee vertrekken te herkennen aan twee lage, vlakke heuveltjes. In de tweede hof zijn lage aardewerken zuiltjes gevonden, wellicht voor het plaatsen van offergaven of wierookbranders.
Helaas is de ontdekking van dit complex niet volledig gedocumenteerd, maar uit het aardewerk maakt men op dat de tempel uit de Eerste Tussenperiode stamt. Bovenop dit complex heeft in het Middenrijk farao Senwosret III (12de dynastie) een tichelstenen tempelcomplex laten bouwen. Hiervan zijn alleen de funderingen en delen van de 5,5 meter dikke omheiningsmuur bewaard gebleven.
De zuidzijde van de tempel van Senwosret III bestond vrijwel zeker uit diverse magazijnen, verblijven voor de priesters en een graanopslag. Deze graanopslag wordt vermeld op een stèle uit Abydos, die nu in het Egyptisch Museum in Caïro staat. De exacte plattegrond van het tempelcomplex is helaas niet meer te reconstrueren doordat de gehele noordzijde ervan tijdens het Nieuwe Rijk en later in de Ptolemaeën Tijd opnieuw werd bebouwd.
Van de Nieuwe Rijkstempel die tijdens de 18de dynastie werd gebouwd door farao Thoetmoses III en diens zoon en opvolger Amenhotep II zijn slechts een rood granieten doorgang en een tableau met de naam van Thoetmoses III teruggevonden.
Een inscriptie in de tempel van Moet in Karnak vermeldt dat Monthoeemhat, een gouverneur ten tijde van farao Taharka (Derde Tussenperiode, 25ste dynastie), restauraties aan de tempel heeft verricht en een stèle voor de god Monthoe heeft geplaatst. Over de bouwactiviteiten in de Late Tijd is weinig bekend.
Tijdens opgravingen zijn in de fundering van de tempel uit het Nieuwe Rijk diverse kalkstenen blokken van het oudere complex teruggevonden. Met deze blokken is de poort van farao Senwosret III en farao Sobekhotep II (13de dynastie) gereconstrueerd. Deze is te zien in het Egyptisch Museum in Caïro. Een andere doorgang, gebouwd door Senwosret III en voltooid door Sobekemsaf II (17de dynastie), is nu te zien in het openluchtmuseum in de tempel van Karnak. Overige blokken bevatten namen van farao’s uit de 12de en 13de dynastie zoals Amenemhat I en Wegaf.
LdJ
Lees ook: De tempel van Monthoe – Ptolemaëen Tijd tot en met Romeinse Tijd
Bronnen:
– Ancient Egypt – B.J. Kemp
– Encyclopedia of the archaeology of ancient Egypt – K.A. Bard
– The Complete Temples of Ancient Egypt – R.H. Wilkinson
– Foto restanten van de hypostyle hal – Lida de Jong