De noordelijke tempel van Taffeh is een Nubische tempel die oorspronkelijk op de vlakte van Taffeh stond, ongeveer 50 km ten zuiden van Assoean. Daar bevindt zich nu het Nassermeer, een groot stuwmeer dat vanaf de bouw van de eerste Aswandam ontstond.
In de Romeinse Tijd was dit echter een gebied met vele eilandjes en rotsplateaus. Hier was het varen over de soms nauwe wateren van de Nijl niet zonder gevaar. Een van die vernauwingen werd Bab el-Kalabasja de ‘Poort van Kalabsja’ genoemd. Om het scheepvaartverkeer te kunnen controleren bouwden de Romeinen op die plaats op de beide oevers een fort. Ten noorden van deze forten bevond zich de vlakte van Taffeh. Daar bouwden de Romeinen op de westoever dan de Nijl de versterkte nederzetting Taphis. De namen van de tempel van Taffeh en het gelijknamige dorp zijn hiervan afgeleid.
Tijdens de regering van keizer Augustus (27 v.Chr. – 14 n.Chr.) werden vlak bij deze nederzetting twee tempels gebouwd die we nu kennen als de noordelijke en zuidelijke tempel van Taffeh. Dit artikel behandelt de noordelijke tempel. De tempels dienden ter ere van de godin Isis. Deze van oorsprong Egyptische godin werd ook door de Romeinen vereerd. Na de val van het Romeinse rijk werden de Taffeh tempels eerst door diverse woestijnvolken beheerd. Daarna werd het hele gebied onderdeel van de christelijke koninkrijken Nobatia en Makouria om in de late Middeleeuwen onder het gezag te komen van islamitische Nubische gouverneurs.
Deze veranderingen in gezag hadden als gevolg dat de noordelijke tempel van Taffeh diverse verbouwingen onderging. In de vierde eeuw werd de gevel aangepast en werd er een tweede ingang aangebracht. En in 710 werd de tempel in opdracht van de Nubische koning Merkourios omgedoopt tot christelijke kerk. Toen in de dertiende eeuw de bevolking van Taffeh over ging tot de Islam, werd de tempel gebruikt als woonhuis en veestal.
Na de verovering van Egypte door Napoleon in 1798 werd het land opnieuw ontdekt en bezochten ontdekkingsreizigers en wetenschappers het gebied. Dat leverde vele reisverslagen, plattegronden en foto’s op van de beide tempels. Van de zuidelijke tempel was in 1874 niet veel meer over dan een bouwval. Maar de noordelijke tempel was volgens het reisverslag van romanschrijfster en egyptologe Amelia Edwards nog ‘quite perfect’.
In 1900 maakte de Nederlandse oudheidkundig verzamelaar en fotograaf Jan Herman Insinger een foto van de noordelijke tempel. De bouw van de eerste Assoeandam was toen al in volle gang en zorgde ervoor dat de tempel ieder jaar werd ondergedompeld in het stuwmeer dat ontstond. De tempel was nog steeds in goede staat en volgens de Franse egyptoloog Gaston Maspero een van de mooiste van Nubië.
Op zijn aanbevelen werd daarom eind 1907 begonnen met een twee maanden durende restauratie onder leiding van de Italiaanse architect Allessandro Barsanti. Het werk moest snel gebeuren en werd met grove hand uitgevoerd: voor versteviging werd ijzer en beton gebruikt en zwakke plekken werden bestreken met een dikke laag cement. Dat leverde hem de bijnaam ‘Barcimenti’ op, maar het is aan hem te danken dat de tempel tot op de dag van vandaag behouden is gebleven.
Toen in 1960 begonnen werd met de bouw van de tweede Assoeandam, betekende dit dat vanaf 1961 de tempel het hele jaar onder water zou komen te staan. Tot dan toe stond alleen in de zomermaanden de tempel nog geheel boven water. Besloten werd om de tempel te redden door deze steen voor steen af te breken. Alle 657 blokken steen werden genummerd en overgebracht naar het eiland Elefantine waar zij, samen met stenen van enkele andere tempels, voorlopig werden opgeslagen.
In 1969 werd de tempel toegewezen aan Nederland, als dank voor de bijdrage aan het UNESCO-reddingsplan om de vele cultuurschatten te redden van de overstroming. Eind 1970 werden de 644 verzegelde kratten met de blokken op platte Nijlboten naar Alexandrië vervoerd. Vanaf daar werd de lading via een schip naar Rotterdam vervoerd om daar op 18 januari 1971 aan te komen. Diezelfde dag werd alles naar Leiden overgebracht. Daar moest de tempel een plek krijgen in het Rijksmuseum van Oudheden.
Een van de voorwaarden van de schenking was dat de tempel in een overdekte en verwarmde ruimte moest komen te staan. In 1977 werd daarom een overkapping gemaakt in de centrale hal van het museum. In 1978 werd begonnen met de wederopbouw en ditmaal goede restauratie van de tempel en op 4 april 1979 werd de tempel geïnaugureerd. Tot op de dag van vandaag is de tempel van Taffeh het oudste historische bouwwerk in Nederland, te zien in de grote entreehal van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Lees ook: De tempel van Taffeh – bouw en architectuur
RdJ
Bronnen:
– Website RMO, 2023
– Taffeh, rondom de wederopbouw van een Nubische tempel – H. Schneider.