De voorman Paneb

Administratieve en juridische teksten en ostraka geven ons een kijkje in het dagelijks leven van de oude Egyptenaren. En daaruit blijkt dat de zo gewenste Maät, orde en regelmaat, niet altijd aanwezig was en dat er ook in de Egyptische maatschappij misstanden waren. Zo is er een verzameling documenten bewaard gebleven uit het einde van de 19de dynastie, die verhalen over de wandaden van een Thebaanse voorman Paneb.

Paneb is waarschijnlijk in Deir el-Medina geboren. Hij had een groot gezin en woonde met zijn vrouw Wabet, drie zonen en vijf dochters in een kleine arbeiderswoning in Deir el-Medina. Maar hij was geen trouwe echtgenoot. In het dorp waarin veel gezinnen dicht op elkaar leefden, was de verleiding van buitenechtelijke relaties voor hem te groot. Hij heeft tenminste met drie getrouwde vrouwen seksuele relaties onderhouden. Dit maakte hem bij de dorpsbewoners maar zeker ook bij zijn eigen gezin niet geliefd.

Stèle van Aapehty, British Museum, Londen
Stèle van Aapehty,
British Museum, Londen.

Rond het 50ste regeringsjaar van Ramses II tijdens het Nieuwe Rijk is de carrière van Paneb als arbeider begonnen. Hij werd opgeleid door de voorman Neferhotep. Hij werkte als arbeider tijdens de regeerperiode van Merenptah en vervolgens tijdens de  eerste vijf regeringsjaren van Sethy II. Toen kwam de functie van voorman vrij omdat de voorman Neferhotep te oud was geworden om zijn functie naar behoren uit te oefenen of misschien zelfs was overleden.

Normaal gesproken werden belangrijke functies overgedragen op familieleden. In dit geval zou dat Amennacht, de jongere broer van Neferhotep zijn. Maar Paneb kocht de vizier om die verantwoordelijk was voor de benoeming en zo werd hij zelf voorman in plaats van Amennacht. Om zijn sporen uit te wissen beschuldigde hij vervolgens de vizier die hierdoor uit zijn functie werd gezet.

De arbeiders uit het dorp waren verdeeld in twee groepen: een linkerploeg en een rechterploeg. Deze ploegen hadden elk een eigen voorman met hun assistenten. Als voorman was Paneb nu verantwoordelijk voor de rechterploeg. Zijn collega Hay had de leiding over de linkerploeg. In de positie van voorman had Paneb de mogelijkheden om vooral ook goed voor zijn eigen zaakjes te zorgen. Hij spande zich in om zijn zoon Aäpehty tot assistent-voorman te laten bevorderen. Samen lieten ze een offertafel oprichten. Hierop stonden de namen van de farao’s uit het verleden.

Daarnaast heeft Aäpehty een stèle opgericht met de afbeelding van de god Seth, voorzien van het epitheton ‘aäpehty’, groot aan kracht. Hij heeft hiermee ongetwijfeld zijn verering willen uitdrukken voor deze god, onder wiens bescherming hij geplaatst was, omdat hij dezelfde naam droeg. Op het oog lijken het handelingen van toegewijde arbeiders die zich door hard werken en vroom gedrag naar de top van de hiërarchie gewerkt te hebben. Maar ook hier blijkt uit de bewaard gebleven documenten het tegendeel.

Als gewone arbeider had Paneb al gewerkt aan een eigen graf. Maar toen hij eenmaal voorman was geworden, had hij de beschikking over een volledige arbeidersploeg en verruilde hij dit graf voor een rijker versierd graf. Hij gebruikte de arbeiders voor allerlei werkzaamheden in zijn eigen belang, waardoor ze niet konden werken in de graven in het Dal der Koningen. Zo kon een van zijn arbeiders, Nebnefer, zoon van Wadjmose, niet op tijd op het werk verschijnen omdat hij de os van Paneb moest voeren.

Waarschijnlijk kwam het wel vaker voor dat ondergeschikten persoonlijke taken moesten verrichten voor hun bazen en werden dit soort kleine overtredingen in het algemeen gedoogd. Maar Panebs criminele activiteiten gingen veel verder. Hij stal gereedschap van de werkplaats en gebruikte zijn invloed om andere criminelere activiteiten te ontplooien.

Stèle van Paneb, British Museum, Londen
Stèle van Paneb,
British Museum, Londen.

Hij werd bijvoorbeeld ervan beschuldigd op de sarcofaag van de nog maar kort overleden farao Sethy II gezeten te hebben, wat als een enorme heiligschennis werd beschouwd. Ook zou hij spullen uit het graf van Sethy II geroofd te hebben, zoals wijnen, wierook en oliën. Papyrus Salt 124, dat in het British Museum wordt bewaard, geeft een goed beeld hoe Paneb zich door grafroof wist te verrijken. Uit de tekst blijkt tevens dat Paneb regelmatig dronken was van de wijnen die hij uit de koningsgraven gestolen had.

Paneb ontplooide zich in de loop der tijd zo van iemand die lichte overtredingen beging tot een echte schurk. Zijn vijanden wachtten dan ook op een kans om hem voor het gerecht te slepen. Vooral Amennacht, die door toedoen van Paneb de functie van voorman aan zijn neus voorbij zag gaan, zinde op wraak. Hij liet een aantal overtredingen en misdaden vastleggen door een schrijver en legde deze klaagbrief voor aan de nieuwe vizier Hori. De brief beschrijft in een zakelijke stijl een lange lijst van Panebs wandaden. Ook de familie van Paneb kwam met beschuldigingen. Of hiermee een eind aan zijn criminele praktijken kwam, is helaas onbekend. Misschien is hij veroordeeld, maar het kan ook zijn dat hij toch door een slimme list onder een veroordeling is uitgekomen.

JR

Bronnen:
– Live of the ancient Egyptians – T. Wilkinson
– The Tomb builders of the pharaohs – M. Bierbrier
– Cursus Berichten uit de Plaats van de waarheid – H. Pragt