Deir el-Medina – het dagelijks leven

De privégraven bij Deir el-Medina, Loeksor.
De privégraven bij Deir el-Medina, Loeksor.

Het ambacht van de arbeiders in Deir el-Medina ging veelal over van vader op zoon. De arbeiders werden opgedeeld in twee groepen: een linkerploeg en een rechterploeg. Deze ploegen hadden elk een eigen voorman met assistenten. Schrijvers zorgden voor alle verslagen over bijvoorbeeld de voortgang per arbeider, de salarissen en de boekhouding van het gebruikte materiaal.

Aan één graf werd gewerkt door dertig tot honderdtwintig werknemers, afhankelijk van de grootte van het graf en de regeringsperiode. Tijdens het bewind van Ramses II waren het circa achtenveertig arbeiders maar aan het begin van het bewind van Ramses IV waren het er honderdtwintig.

De arbeiders werden uitbetaald in natura, in de vorm van graan, groenten, vis en linnen. Verder was de woning hun eigendom en hadden ze het privilege een eigen graf aan te mogen leggen op de lokale begraafplaats. Het werk aan de koningsgraven gaf hen een hoge status, ze waren beter geschoold en werden ook beter betaald dan de gemiddelde arbeider in het oude Egypte. Ook de vrouwen van de arbeiders genoten een bepaalde status en waren veelal geletterd. Gedurende de periode dat de mannen van huis waren, moesten zij dikwijls taken overnemen. Veelal bezaten zij ook religieuze titels zoals zangeres of priesteres.

Ten noorden van de omheiningmuur stond een gebouw genaamd ‘controlepost van het graf’, waarin zich de administratie en de rechtbank, ‘kenbet’,  bevonden. Hier vond onder meer de verdeling van de geleverde goederen en graan plaats.

De rechtbank bestond uit de twee voormannen van de beide ploegen, hun plaatsvervangers en de schrijvers, eventueel aangevuld met andere bewoners van het dorp. Deze rechtbank deed bijvoorbeeld uitspraak over geschillen tussen werklieden, meningsverschillen tussen gehuwden of ouders en kinderen en betalingsgeschillen. Maar ook ernstige vergrijpen zoals diefstal en moord kwamen voor de rechtbank. Echter de uiteindelijke berechting van zulke ernstige vergrijpen was voorbehouden aan de vizier. Bij twijfel aan de bekwaamheid van de ‘kenbet’ werd de kwestie voorgelegd aan het orakel van de beschermheer van het dorp: de vergoddelijkte Amenhotep I.

De ‘grote put', noordelijk van Deir el-Medina, Loeksor.
De ‘grote put’, noordelijk van Deir el-Medina,
Loeksor.

Over het dagelijks leven in het dorp is veel bekend doordat tijdens opgravingen veel ostraka, stèles en circa tweehonderd papyri zijn gevonden met daarop  teksten over werkschema’s, leveringen, twisten, vonnissen, maar ook satires, erotische scènes en dierenfabels.

Met name in de ‘grote put’ ten noorden van het dorp zijn veel ostraka (dit zijn potscherven of rotsafslagen die met berichten zijn beschreven) gevonden. Deze put, voorzien van een in de wanden uitgehouwen trap, is waarschijnlijk gegraven om grondwater te bereiken. Toen bleek dat dit doel niet bereikt werd, heeft men de put weer opgevuld met ‘afval’ van het dorp.

Ook zijn er veel zogenaamde ‘orenstèles’ teruggevonden, gewijd aan koningin Ahmes-Nefertari en haar zoon Amenhotep I. Hierop zijn oren gebeiteld die dienden om de goden beter te laten luisteren naar de gebeden. De stèles en oren van steen of faience werden als votiefoffer neergelegd bij de kapellen.

Onder de gevonden papyri bevindt zich een exemplaar van de schrijver Amennacht waarin hij vertelt over een staking in het 29ste regeringsjaar van Ramses III (20ste dynastie in het Nieuwe Rijk). Het salaris in de vorm van levensmiddelen en kleding werd niet op tijd geleverd, waarop de arbeiders in staking gingen en demonstraties organiseerden bij de dodentempel van Thoetmoses III en het Ramesseum. Een zin uit deze papyrus luidt: ‘Het is wegens honger en dorst dat we tot hiertoe zijn gekomen; we hebben geen kleren meer, noch oliën, noch vis, noch groente.’ De staking hielp, de beloofde goederen werden geleverd, maar omdat het probleem zich bleef herhalen, volgden meerdere stakingen en protesten.

LdJ

Lees ook: Deir el-Medina – het dorp

Bronnen:
– De kunstenaars van de Farao’s – Catalogus bij de tentoonstelling 2002 – 2003
– The tomb-builders of the pharaohs – M.L. Bierbier
– Foto’s – Roel Rijsdam