Op de latei boven de ingang van het graf van koningin Nefertari bevindt zich een afbeelding van de gele zonneschijf waarin zich de zwarte scarabee Chepri bevindt. De zon wordt geflankeerd door twee oedjatogen en de aanbiddende godinnen Isis en Nephtys. Deze voorstelling maakt duidelijk dat de aan de god Osiris gelijkgestelde koningin Nefertari in staat zal worden gesteld om als jonge zonnegod te worden wedergeboren.
Achter de aanbiddende godinnen zijn de cartouches met de naam van Nefertari te vinden. Het plafond van de doorgang is voorzien van een bijzondere afbeelding van de zandheuvel van Sokar met daarin de zon en twee wouwen aan weerszijden. Deze roofvogels stellen opnieuw de zussen Isis en Nephtys voor, die het graf van Osiris bewaken.
De wanden van de doorgang zijn voorzien van afbeeldingen van de twee rijksgodinnen. Op de linkerwand staat Nechbet, de giergodin van Opper-Egypte en op de rechterwand Wadjet, de cobragodin van Neder-Egypte.Wanneer men zich in het voorvertrek omdraait naar de ingang van het graf, dan is rechts een aantal bijzondere vignetten die horen bij Dodenboek spreuk 17 te zien. Nefertari wordt hier afgebeeld, zittend in een prieeltje terwijl ze het Senet-spel speelt. Naast deze scène wordt haar ba-vogel getoond. Vervolgens staat Nefertari in aanbidding voor de aardgod Aker, afgebeeld als twee ruggelings zittende leeuwen met de zonneschijf in hun midden.
Het vertrek grenzend aan de oostkant van het voorvertrek wordt ook wel de ‘stoffenkamer’ genoemd omdat zich hier op de westwand een afbeelding bevindt van koningin Nefertari terwijl zij diverse stoffen aanbied aan Ptah. De zuidwand is voorzien van vignetten bij spreuk 148 van het Dodenboek. Het gaat hier om twee registers met zeven koeien en één stier. Deze dieren voorzien de ziel van Nefertari van brood, melk en groenten.
Op de offertafeltjes die voor de dieren staan, liggen de offergaven uitgestald. In het register onder de dieren staan vier stuurriemen afgebeeld. Deze riemen verbeelden de vier windrichtingen en helpen de overledene te manoeuvreren tussen de sterren. Op de westwand is een afbeelding te zien van een mummie met ramskop geflankeerd door de godinnen Isis en Nephtys. Samen met de begeleidende tekst ‘het is Osiris die rust in Ra’ en ‘het is Ra die rust in Osiris’ staat deze afbeelding symbool voor de dagelijkse cyclus van het opkomen en ondergaan van de zon.
De trap naar de grafkamer is aan beide zijden voorzien van een symmetrische afbeelding. Op beide wanden brengt Nefertari offers aan drie goden. Op de linkerwand aan Hathor, Nephtys en Maät en op de rechterwand aan Hathor, Selket en Maät. Deze scene wordt gevolgd door een afbeelding van Anoebis. Op de linkerwand samen met Isis en op de rechterwand samen met Nephtys, terwijl Anoebis een spreuk richt tot Nefertari.
Boven de doorgang van de trap bevindt zich een afbeelding met de vier Horuszonen. Echter, de kunstenaar die hier aan het werk was heeft een foutje gemaakt in de benaming van de figuren. De namen van Kebehsenoef en Doeamoetef heeft hij omgedraaid.
De afbeeldingen in de grafkamer betreffen vignetten bij spreuken uit het Dodenboek die spreken over de verschillende poorten van het dodenrijk waaraan Nefertari voorbij moet trekken. In de westwand is een nis aangebracht. Deze was vrijwel zeker bedoeld voor het plaatsen van de kanopenkist. Op de wanden zijn namelijk afbeeldingen aangebracht van de goden die de ingewanden van Nefertari moesten beschermen. Te zien zijn Amset, Kebehsenoef, Hapy, Doeamoetef en de balsemer Anoebis.
Bij het binnengaan van de grafkamer springen de afbeeldingen op de eerste twee pilaren in het oog. Ze bevatten prachtig gedetailleerde afbeeldingen van twee sem-priesters die zijn gehuld in een luipaardvel. De ureausslang aan het voorhoofd maakt duidelijk dat farao Ramses II waarschijnlijk deze functie op zich heeft genomen.
De linker sempriester heeft hier de hoedanigheid van de god Horus-Ioenmoetef, Horus de steunpilaar van zijn moeder. De rechter priester stelt Horus-Nedjitef, Horus die (de moord op) zijn vader wreekt. De binnenzijde langs de lengteas (noord-zuid) van alle pilaren zijn voorzien van afbeeldingen van de god Osiris en langs de dwars-as (oost-west) staan afbeeldingen van djedzuilen, de ruggengraat van Osiris. Op de overige zes wanden van de zuilen staat Nefertari in aanwezigheid van diverse goden.
De wanden van de drie zijvertrekken verkeren in slechte staat en de afbeeldingen zijn vrijwel geheel verloren gegaan. In één van de zijvertrekken is nog vaag een afbeelding van een gebouw met zuilen te zien. Waarschijnlijk gaat het hier om het graf van Osiris in Abydos.
LdJ
Lees ook: Het graf van Nefertari – beschrijving
Bekijk ook de koningskaart van haar man Ramses II
Bronnen:
– The tomb of Nefertari, House of Eternity – J.K. McDonald
– De Schatten van Luxor en de Vallei der Koningen – K.R. Weeks
– Dal der Koningen – A. Siliotti