Farao Horemheb was opperbevelhebber/generaal in het leger van Toetanchamon. Zijn graf werd tussen 1333 en 1319 v.Chr. aangelegd op het heuvelplateau van Sakkara.
Na het overlijden van farao Eje, de opvolger van Toetanchamon, werd Horemheb de nieuwe farao. Daarop werd begonnen met de aanleg van een nieuw koningsgraf in het Dal der Koningen bij Thebe. Tegelijkertijd werd zijn graf in Sakkara verder uitgebreid met een voorhof en een pyloon. Het 28 meter diepe grafcomplex zou gebruikt worden voor de bijzetting van zijn tweede echtgenote Moetnodjemet.
Het graf werd reeds aan het begin van de 19de eeuw ontdekt door grafrovers. In 1975 werd het bij toeval herontdekt door een Brits-Nederlands opgravingsteam dat aan de hand van een kaart uit 1843 van Karl Richard Lepsius (1810 – 1884) op zoek was naar het graf van Maya, schatbewaarder van Toetanchamon.
Tijdens de opgravingsseizoenen tussen 1975 en 1979 legde het team het grootste deel van het graf bloot. Het inmiddels geheel Nederlandse team van het Rijksmuseum van Oudheden en de Universiteit Leiden hervatte de opgravingen tussen 1999 en 2000 met het inspecteren van de zuidelijke buitenmuur en de funderingen. Tussen 2004 en 2006 heeft het team de voorhof en de eerste pyloon opgegraven.
Voor de bouw van het 65 meter lange en 20 meter brede graf is onder andere gebruik gemaakt van materialen afkomstig van graven uit het Oude Rijk. Oude mastaba’s werden afgebroken, schachten en kamers werden opnieuw gebruikt en eventueel uitgebreid. In het grafcomplex van Horemheb zijn blokken van de ommuring en de colonnade van het Djosercomplex teruggevonden.
Omdat de heuvels bij Sakkara geen ruimte meer boden voor de gebruikelijke rotsgraven, werd in plaats daarvan gekozen voor graven met een opbouw die vergelijkbaar is met die van tempels. De toegang tot het graf van Horemheb werd gevormd door een pyloon met daarachter een voorhof. Een tweede pyloon bood toegang tot een peristyle hof met zuilen in de vorm van papyrusbundels.
Aan de achterzijde hiervan bevond zich de beeldenkamer geflankeerd door twee opslagruimtes. De beeldenkamer bood toegang tot een tweede peristyle hof met achterin drie offerkapellen. De middelste kapel was oorspronkelijk voorzien van een piramidevormige opbouw. De muren van het graf waren opgebouwd uit kleisteen waarvan de binnenkanten waren voorzien van gladde kalkstenen platen. De muren van de beeldenkamer, offerkapellen en voorraadruimtes waren voorzien van beschilderd pleisterwerk.
In het graf bevinden zich vier grafschachten. De eerste bevindt zich in de eerste hof en leidt naar een aantal kamers met restanten van begrafenissen uit de 19de dynastie, waaronder die van prinses Batanta, ook wel Bintanath genoemd, dochter van Ramses II. Onder de gevonden objecten zijn een aantal sjabti’s en een prachtige oorhanger.
De tweede en derde schacht bevinden zich aan weerskanten van de offerkapel en vertonen geen sporen van begrafenissen uit de tijd van Horemheb. De vierde schacht in de binnenste hof voert naar het grafcomplex van Horemheb. Onderaan de schacht bevindt zich een voorvertrek dat weer leidt naar een zes meter diepe schacht. Deze komt vervolgens via een gang uit in de gedecoreerde grafkamer van Horemhebs eerste echtgenote Amenia.
Boven in de schacht naar deze kamer bevindt zich een doorgang naar een derde schacht. Deze tien meter diepe schacht voert naar het 21 meter onder de grond liggende grafcomplex voor Horemheb. In dit uit diverse kamers, gangen en trappen bestaande complex werd Horemhebs tweede echtgenote Moetnodjemet begraven. Resten van haar skelet en dat van haar ongeboren kind werden hier teruggevonden.
De diverse reliëfs tonen hoogtepunten uit de carrière van Horemheb. De afbeeldingen in het graf bevatten onder andere de vele titels van Horemheb en scènes van militaire campagnes, zoals prachtige scènes van het dagelijks leven in een tentenkamp en van gevangengenomen buitenlanders. Verder zijn er begrafenisscènes en een afbeelding waarop Horemheb het eregoud in ontvangst neemt.
Het best bewaard gebleven zijn de reliëfs in de ingang van de beeldenkamer en die in de tweede hof. In de 19de eeuw zijn diverse reliëfs door grafrovers gestolen en verkocht aan musea over de gehele wereld, waaronder het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Bezoek ook www.saqqara.nl
LdJ
Bronnen:
– Hakken in het zand – M.J. Raven
– The hidden tombs of Memphis – G.T. Martin
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes
– Foto van generaal Horemheb – Petra Lether