Maya was schatbewaarder (minister van financiën) tijdens het bewind van Toetanchamon, Eje en Horemheb. Zijn vrouw heette Merit. Het graf van Maya en Merit werd reeds door Karl Richard Lepsius (1810 – 1884) gedocumenteerd in 1843. Veel van de toen nog aanwezige reliëfs zijn inmiddels niet meer in situ maar bevinden zich in diverse musea over de hele wereld.
Tussen 1908 en 1910 heeft de Engelse archeoloog James Edward Quibell (1867 – 1935) veel blokken met reliëfs teruggevonden in het nabij gelegen koptische klooster Apa Jeremias. Deze blokken bevinden zich nu in het Egyptisch Museum in Caïro. Drie prachtige beelden van Maya en Merit, afkomstig uit de beeldenkamer van het graf, bevinden zich sinds 1829 in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Tussen 1987 en 1991 werden opgravingen in het 44 meter lange en 65 meter brede graf verricht door een team van de Britse Egypt Exploration Society en het Rijksmuseum van Oudheden.
Het graf werd tussen 1330 – 1310 v.Chr. gebouwd. Voor de bouw werden materialen hergebruikt van graven uit het Oude Rijk. Veel van het gebruikte materiaal is afkomstig van de processieweg van de piramide van farao Oenas. Het graf is gebouwd volgens een tempelstructuur met een toegangspyloon, twee hoven, een beeldenkamer met voorraadkamers en drie cultuskapellen.
De oorspronkelijk overdekte pyloon bevat aan de noordzijde van de doorgang een reliëf van Maya en Merit in aanbidding voor Osiris. Aan de zuidzijde bevindt zich een reliëf van Maya omhangen met het eregoud. Erboven staat een autobiografische tekst over zijn carrière.
Achter in de eerste hof bevond zich oorspronkelijk een colonnade van zes zuilen met in het midden een kleine helling naar de ingang van de beeldenkamer. Aan weerskanten hiervan zijn twee sokkels van beelden teruggevonden. Het graf is niet voltooid, waarschijnlijk door het voortijdige overlijden van Maya. De vloer van de eerste hof bestaat uit harde klei in plaats van kalkstenen platen en de wanden zijn nooit gedecoreerd geweest.
In het midden van de tweede hof met twaalf zuilen bevindt zich de grafschacht. Aan de achterzijde van de tweede hof bevinden zich drie offerkapellen. De buitenste waren oorspronkelijk voorzien van een gewelfd kleistenen plafond, de middelste was voorzien van een plat dak met daarop een kleine piramide. De reliëfs in deze hof bevatten afbeeldingen van de begrafenisprocessie en hymnen aan de zon en maan.
Het ondergrondse complex bestaat uit een tien meter diepe schacht die naar een zestal ruw uitgehakte kamers voert. Vanuit één van deze ruimtes voert een volgende schacht naar een 22 meter diep grafcomplex. Dit complex bestaat uit een aantal gangen, voorraadkamers en een drietal gedecoreerde grafkamers. De decoraties zijn uitgevoerd in gele tinten met accenten in blauw en zwart en tonen Maya en Merit in aanbidding voor diverse goden.
De muren waren zwaar beschadigd door grafrovers. Leden van het opgravingsteam hebben de reliëfs weer hersteld. In de voorraadkamers zijn potten teruggevonden en restanten van voorraden meel, brood, wijn en oliën.
Lees meer over de opgraving op: www.saqqara.nl
LdJ
Bronnen:
– Hakken in het zand – M.J. Raven
– The hidden tombs of Memphis – G.T. Martin
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes