Giovanni d’Anastasi (1780-1860) was een Griekse handelaar die bij ons bekend is geworden vanwege de aankoop van een grote collectie voorwerpen uit het oude Egypte die het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) bij hem deed in 1828. Lees meer over deze aankoop in het artikel “Giovanni d’Anastasi en de Leidse collectie”.
d’Anastasi wordt in 1780 geboren als Giovanni Anastasiou in Thessaloniki en is een zoon van een Griekse koopman uit Damascus. Over zijn familie is niet veel bekend. Waarschijnlijk had hij tenminste één broer en twee zussen.
Op 17-jarige leeftijd vertrekt hij met zijn vader naar Egypte. Ze vestigen zich in Alexandrië en vanaf augustus 1798 worden vader en zoon leverancier van allerlei zaken die het Franse leger van Napoleon nodig heeft. Maar nadat de Franse troepen door de Britten zijn verslagen en Egypte hebben verlaten, raakt zijn vader financieel aan de grond en sterft kort daarna.
d’Anastasi slaagt er ondanks deze tegenslag in om de meest succesvolle koopman in Egypte te worden in de tijd dat Pasja Mohammed Ali de Ottomaanse Gouverneur van Egypte is. Beide mannen zijn afkomstig uit dezelfde regio, hoewel Mohammed Ali een Albanees is. Dat schept kennelijk een band en d’Anastasi wordt een naaste vertrouweling van Mohammed Ali. Hij krijgt het monopolie op alle graanhandel en dat zorgt ervoor dat zijn zaken floreren.
Vooral de handel met Zweden, dat ijzer levert in ruil voor het graan, levert hem een flink vermogen op. Het zorgt er ook voor dat hij benoemd wordt tot consul generaal van Zweden. Hij ondersteunt de Zweedse zeelieden en handelaren bij het aangaan en onderhouden van hun betrekkingen met de Egyptische autoriteiten.
d’Anastasi wordt lid van de Commissione d’Ornato, een welstandscommissie die met stedenbouwkundige projecten de orde en netheid probeert te bevorderen in Alexandrië. Eén van die projecten betreft de aanleg en indeling van de Place des Consuls, dat we nu kennen als het Tahrir Plein. Dit grote plein wordt ingericht met handelshuizen (Okelles) voor kooplieden, consuls en geldschieters. Hij heeft er zijn eigen Okelle en handelt in de meest uiteenlopende goederen voor de export. Van zijn Okelle is helaas niets meer over. Het wordt door een Engels bombardement in 1882 verwoest.
d’Anastasi is een mysterieus persoon. Niet alleen is er bijna niets bekend over zijn familie, ook bevat zijn persoonlijkheid naar hedendaagse maatstaven diverse tegenstrijdigheden.
Enerzijds staat hij bekend als een betrouwbare zakenman en een onbaatzuchtig en beminnelijk persoon die veel geld uitgeeft om het welzijn van anderen te bevorderen. Hij doet veel voor de Griekse gemeenschap in Alexandrië, zoals financiering van de bouw van een Grieks-orthodox ziekenhuis, een kerk en een school. Hij schijnt ook grote bedragen te hebben gedoneerd aan de Griekse onafhankelijkheidsoorlog en de vrijlating van Griekse krijgsgevangenen.
Anderzijds levert d’Anastasi ook wapens, munitie en schepen aan de Ottomaanse sultan Mahmoud II voor een Turkse expeditie tegen de Grieken. Die leidt uiteindelijk tot de belegering, uithongering en slachting van de Griekse bevolking van Messolonghi in 1826. Een Grieks meisje, Maria genaamd, dat daardoor wees wordt, wordt later door d’Anastasi geadopteerd.
Als koopman is de handel in Egyptische artefacten voor d’Anastasi niet meer dan een winstgevende bijzaak binnen zijn Okelle. Hij houdt zich waarschijnlijk niet persoonlijk bezig met onderzoek en opgravingen in Sakkara en Loeksor, maar laat dat over aan vertegenwoordigers en tussenpersonen.
Anderzijds onderhoudt hij goede betrekkingen met diverse Egyptologen, zoals Jean-François Champollion en Karl Richard Lepsius. Voor beiden fungeert hij als gastheer en organisator tijdens hun expedities. Hij is geassocieerd lid van de Egyptian Society in Caïro en een jaar voor zijn dood wordt hij erelid van het nog maar net opgerichte Institut Égyptien in Alexandrië.
Het verkopen van de Egyptische artefacten doet d’Anastasi via particulieren, maar ook verscheept hij een aantal grote partijen naar opslagplaatsen in de Italiaanse stad Livorno voor openbare verkoop. Daarbij schroomt hij niet om grafvondsten op te splitsen en geschriften zelfs in meerdere stukken te snijden als hij denkt daardoor meer winst te kunnen behalen. Zo is de andere helft van de hiernaast getoonde demotische papyrus van het RMO later door splitsing in het het British Museum in Londen terechtgekomen.
De eerste van die partijen wordt uiteindelijk in 1828 aangekocht door het RMO in Leiden. Latere partijen komen in de musea van London, Turijn en Parijs terecht.
Terugkijkend op zijn leven zien we in d’Anastasi een typische koopman die zijn eigen belang voortdurend in de gaten hield. Hij was een opportunist wanneer het zijn handelsbetrekkingen aanging. Toch schonk hij bij zijn dood een deel van zijn fortuin aan de Griekse gemeenschap, diverse goede doelen in Zweden en aan het meisje dat hij had geadopteerd.
Giovanni d’Anastasi stierf in 1860. Hij ligt begraven op de eerste Grieks-orthodoxe begraafplaats in Alexandrië.
RdJ
Bronnen:
- Who was who in Egyptology – M.L. Bierbrier
- À l’aube de l’égyptologie Hellénique – V. I. Chrysikopoulis
- Scholars, travellers and trade, the pioneer years of the National Museum of Antiquities in Leyden. – R.B. Halbertsma
- RMO Leiden, een geschiedenis van 200 jaar, – M.J. Raven en V. Verschoor
- Afbeelding Tahrirplein: Gonnelli Casa d’aste, http://www.gonnelli.it