Houtbewerking

Timmermansgereedschap uit de tijd van Thoetmoses III, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
Timmermansgereedschap uit de tijd
van Thoetmoses III,
Rijksmuseum van Oudheden, Leiden.

De Egyptische meubelmakers gebruikten diverse houtsoorten voor de vervaardiging van huisraad, mummiekisten, schrijnen voor godenbeelden, pijlen, bogen en speren, beelden en muziekinstrumenten.

Inheems hout was schaars in het oude Egypte en de kwaliteit was vaak niet goed genoeg voor het maken van meubilair. Van de boomsoorten die in Egypte voorkwamen werden de acacia en de johannesbroodboom het meest gebruikt voor houtbewerking. Verder gebruikte men het hout van de tamarisk, de persea, de jeneverbes, de christusdoorn en de sycomoor. Slechts zelden werd gebruik gemaakt van het hout van de Egyptische wilg. Het vezelige hout van de dadelpalm en van de doempalm was ongeschikt om er meubels van te maken.

Hout van betere kwaliteit werd geïmporteerd uit buurlanden. Ceder, zilverspar en cipres vanuit Libanon, essenhout uit buurlanden in Noord-Afrika en soms ook eikenhout uit Turkije. Essen- en iepenhout werd gebruikt voor het maken van wagenwielen omdat deze houtsoort gemakkelijk te buigen is boven kokend water. Vanuit Midden-Afrika werd het donkere ebbenhout geïmporteerd. Deze kwalitatief zeer goede en harde houtsoort werd gebruikt voor de luxe meubels.

De afbeeldingen van werkplaatsen op wanden in graven en de vondst van schaalmodellen en gereedschappen, geven een goed beeld van de werkwijze van de timmerlieden. Elke timmerman had blijkbaar zo zijn eigen specialisme.

Ambachtslieden zaten op lage krukjes met drie poten. Ze hadden een soort houten werkbankje voor hun voeten. Ze gebruikten klophamers van hout. Hoewel het smeden van koper al wel bekend was, werd in de Prehistorie en Vroeg-dynastieke Periode gereedschap voornamelijk uit vuursteen vervaardigd. Het was pas in de loop van het Oude Rijk dat werktuigen als bijlen, zagen, priemen en beitels uit koper en later ook uit brons verschenen.

Reliëf van een timmermanswerkplaats, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
Reliëf van een timmermanswerkplaats,
Rijksmuseum van Oudheden, Leiden.

Op een afbeelding in het dubbelgraf van de broers Nyanch-Chnoem en Chnoemhotep uit het begin van de 5de dynastie is te zien hoe men sycomoren omhakt met een bijl. Het hout werd gebruikt in de scheepsbouw. Zagen deed men met behulp van een trekzaag.

De te zagen stam of plank werd vastgebonden aan een staander. Vervolgens werd het stuk hout van boven naar beneden in planken gezaagd. Daarbij werd het stuk hout waarschijnlijk verschillende keren opgebonden. Het zagen zou trillingen kunnen veroorzaken en daardoor uiteindelijk een breuk in het hout kunnen veroorzaken.

Dat probeerden de Egyptenaren te voorkomen door de plank en de paal aan het boveneinde aan elkaar te binden. Daartussen werd een stok geplaatst waaraan een zwaar gewicht hing. Was het stuk hout echter niet te groot, dan hield de timmerman het met de ene hand tegen de grond en zaagde hij met de andere. Bovendien gebruikte hij dan ook zijn voeten om het hout tegen te houden.

Om vastlopen van de zaag te voorkomen, werd een steen in de zaagopening geklemd. Met deze zaagmethode was het niet mogelijk lange stukken te zagen. Verder werd ook een korte handzaag gebruikt. Met bijlen met lange stelen maakten de timmerlieden zware balken. Langere latten of planken ontstonden door kortere stukken met elkaar te verbinden. Een verbinding van twee houten delen werd gemaakt door in verstek te zagen en gebruik te maken van pen-gatverbindingen.

Een andere techniek is deuvelen waarbij twee houten onderdelen met elkaar worden verbonden door een ronde houten deuvel in twee gaten te monteren. Vanaf de 5de dynastie werden deze verbindingen ook met dierlijke lijm gemaakt.

LdJ en HJP

Lees ook het artikel: Meubilair.
Lees ook het artikel: Meubelmakers.
Lees ook het artikel: Versieringstechnieken van meubels.
Lees ook het artikel: Meubels in het Rijksmuseum van Oudheden.

Bronnen:
– Egyptian Woodworking and Furniture – G. Killen
– Cursussyllabus ‘Dagelijks leven’ – H. Pragt
– The illustrated dictionary of ancient Egypt – I. Shaw en P. Nicholson
– Leven in het oude Egypte – E. Strouhal
– People of the Pharaos – H. Wilson