Het was de Fransman Gaston Maspero (1846 – 1916) die tijdens één van zijn eerste onderzoeken in 1881 Piramideteksten ontdekte. Hij deed zijn ontdekking in de piramide van Pepi I. Deze piramide uit de 6de dynastie is gelegen in het grafveld van Zuid-Sakkara. Ten westen van deze piramide ligt de piramide van Merenra, de zoon én opvolger van Pepi I, ook daarin vond Maspero Piramideteksten.
Later ontdekte hij nog Piramideteksten in de piramide van Oenas, de laatste farao van de 5de dynastie, en in de piramide van Teti, de eerste farao uit de 6de dynastie. De Zwitserse archeoloog Gustave Jéquier (1868 – 1946) vond Piramideteksten in de piramide van Pepi II, de laatste farao uit de 6de dynastie. Ook in de piramiden van Neith, Ipoet II en Oedjebten, de echtgenotes van Pepi II, trof hij deze teksten aan. Tevens vond Jéquier Piramideteksten in de nabijgelegen piramide van Ibi, een farao uit de 8ste dynastie.
De teksten, die in hiërogliefen zijn opgetekend, zijn in verticale kolommen in de wanden uitgehakt. Vaak zijn ze in groen of blauw ingekleurd, waarschijnlijk als toespeling op de wedergeboorte van Osiris, de god van het Dodenrijk. De Piramideteksten waren in het Oude Rijk uitsluitend bestemd voor de farao’s en zijn echtgenotes. In het Middenrijk en Nieuwe Rijk werden ook de tombes van hoge ambtenaren voorzien van Piramideteksten. De teksten staan dan tussen de overige teksten in de sarcofagen. In de Late Periode herinneren de Dodenboeken op papyrus nog aan de Piramideteksten.
Egyptologen onderscheiden vijf hoofdcategorieën in de Piramideteksten:
- Dramatische teksten: dit zijn opgelezen ‘toespraken’ die verplichte handelingen en rituelen beschrijven. Ook bevatten zij weeklachten, teksten uit het offerritueel, bezweringen voor de kronen van de koning en de uitrusting van het graf.
- Hymnen: deze teksten verwijzen doorgaans naar mythologische gebeurtenissen.
- Litanieën: deze teksten zijn opgebouwd als verzen. Ze bestaan voornamelijk uit opsommingen van namen en naamformules over goddelijke zaken en wezens.
- Verheerlijkingsteksten: zij vormen het grootste deel van de Piramideteksten en hebben betrekking op de koning die zal opstijgen naar de hemel om zich bij de onvergankelijke sterren te voegen. Hij wordt daar een ach, volgens de oude Egyptenaren één van de drie onsterfelijke bestanddelen van de mens.
- Magische teksten: dit zijn korte beschermende spreuken die de overledene moet beschermen tegen slangen en andere gevaarlijke demonen.
De Duitse egyptoloog Kurt Sethe (1869 – 1934) publiceerde tussen 1908 en 1910 een uitgave over de Piramideteksten. Hij nummerde 734 verschillende spreuken. Voor de nummers plaatste hij de afkorting PT (Pyramid Text). Nog steeds is deze uitgave van groot belang bij het bestuderen van de teksten.
Hoewel er duidelijk herhalingen waarneembaar zijn, verschillen ze steeds van samenstelling. De koning kon klaarblijkelijk zijn eigen repertoire kiezen. Momenteel zijn er rond de 800 verschillende spreuken bekend.
De Britse egyptoloog Raymond Faulkner heeft de teksten in het hedendaagse Engels vertaald. Hierdoor zijn de spreuken beter leesbaar geworden voor een breed publiek. De teksten blijven echter moeilijk te doorgronden. Er wordt dan ook nog altijd volop gediscussieerd over de exacte betekenis en het doel van deze mysterieuze teksten.
Bezoek ook www.saqqara.nl
RR
Bronnen:
– The Complete Pyramids – M. Lehner
– Dood en Begrafenisrituelen in het oude Egypte – S. Ikram