Een paar kilometer ten zuiden van Caïro en slechts enkele meters verwijderd van het zuidelijkste stadsdeel, staan de enig overgebleven monumenten op de klassieke lijst met de zeven wereldwonderen: de piramiden. De oude Egyptenaren noemden een dergelijk piramideveld: ‘iementet’, het westen of ‘chjeret netjer’, de begraafplaats.
Gizeh was de noordelijkste begraafplaats in het gebied rond Memfis, de hoofdstad van Egypte tijdens het Oude Rijk. Toen in de 4de dynastie de drie grote piramiden werden gebouwd van Choefoe (Cheops), Chafra (Chefren) en Menkaoera (Mycerinos) werd het de belangrijkste begraafplaats.
Ook leden van de koninklijke familie en hovelingen werden in Gizeh begraven. Echter niet in piramiden maar in zogenaamde mastaba’s. Mastaba is het Arabische woord voor bank, zo genoemd vanwege de vorm van deze graven.
Daarnaast treft men er de graven aan van personen uit latere generaties die de zorg hadden voor de dodencultus van de overleden koningen. In de necropool ten oosten van de grote piramide van Choefoe bevinden zich de graven van de priesters Qar en Idoe uit de 6de dynastie. Deze graven zijn te bereiken door langs de processieweg van Choefoe in de richting van het dal te lopen.
Iets voorbij de noordelijke koninginnepiramide is ook de grafschacht van koningin Hetepheres te zien. Zij was de moeder van farao Choefoe. In Gizeh bereikte de piramidebouw zijn hoogtepunt. Er was duidelijk sprake van planning. De mastaba’s liggen in vooraf geplande straten en niet zoals op eerdere begraafplaatsen kriskras door elkaar heen.
Na Gizeh ontwikkelden de Egyptenaren niet meer zo’n gepland en gestructureerd complex. De kwaliteit van de piramiden en de organisatie van de begraafplaatsen gingen in de 5de en 6de dynastie achteruit.
PvG
Bronnen:
– The Complete Pyramids – M. Lehner
– Mountains of the pharaohs – Z. Hawass
– De piramiden van Egypte – A. Siliotti
– Heilige plaatsen in het oude Egypte – L. Oakes