Farao Senwosret I was de tweede vorst van de 12de dynastie volgens de Koningslijst. Hij was de zoon van Amenemhat I. Volgens een inscriptie op een standbeeld van hem, dat in 1830 uit het Louvre is gestolen, was een vrouw met de naam Neferitatjenen zijn moeder. Senwosret I was getrouwd met Neferoe, een dochter van een zus van Senwosret I en Amenemhat I. De namen van twee dochters zijn bekend: Itakayt en Sebat.
Van twee andere vrouwen, Neferoesobek en Neferoeptah, is niet helemaal zeker of Senwosret I hun vader was. De naam van een koningszoon is bekend: Ameny, de latere Amenemhat II. Ene Amenemhat-anch, die actief was als priester in Memfis en in Dasjoer is begraven, was mogelijk ook een zoon van Senwosret I, maar hier is geen doorslaggevend bewijs voor.
Vanaf het 20ste regeringsjaar van Amenemhat I regeerde Senwosret I tien jaar lang samen met zijn vader. Dit vroegste voorbeeld van een co-regentschap zou door de latere farao’s uit de 12de dynastie worden gevolgd. Volgens ‘het levensverhaal van Sinoehe’, een hoveling van Amenemhat I, was Senwosret I op militaire campagne tegen de Libiërs in de westelijke woestijn toen hij vernam dat zijn vader was overleden.
Volgens ‘de instructies van Amenemhat I voor zijn zoon Senwosret I’ was er sprake van een moordaanslag en een mogelijke coupe. Wie hiervoor precies verantwoordelijk waren, is niet bekend. De mogelijke greep naar de macht mislukte. Senwosret I wist de macht in handen te houden en regeerde 35 jaar.
Hij consolideerde een groot deel van zijn vaders beleid en zorgde ervoor dat de aanvoer van voornamelijk goud en agrarische producten uit het zuiden (Nubië) zeker werd gesteld. Dit werd gedaan door tenminste dertien forten aan te leggen. Deze forten wisten de Egyptische invloed tot aan het tweede Nijlcataract (stroomversnelling) uit te breiden. Steengroeven en mijnen werden geëxploiteerd: uit de Wadi Hammamat werden harde steensoorten gehaald, uit de mijnen in de buurt van Koptos goud.
Senwosret I begon aan een groot bouwprogramma. Veel van de belangrijke tempels in het land werden door hem gerenoveerd. Archeologisch bodemvondsten wijzen erop dat hij op locaties als Heliopolis, Abydos, Medamoed en Karnak grote tempelcomplexen heeft laten bouwen. Veel van deze monumenten zijn verloren gegaan. Deels door hergebruik door latere farao’s en deels doordat boeren de kalksteen tot kalkpoeder hebben verpulverd.
In de tempel in Heliopolis staat een obelisk van Senwosret I. Het is de oudst bekende obelisk in Egypte die nog in situ (op zijn plaats) staat. In de tempel van Karnak bouwde hij een barkkapel. Deze zogenaamde witte kapel, werd tijdens het Nieuwe Rijk afgebroken en als vulmiddel voor de derde pyloon (toegangspoort) gebruikt. Deze kapel is weer opgebouwd en tegenwoordig in het openluchtmuseum van de tempel van Karnak te bezichtigen.
Zijn piramide liet hij bouwen bij El-Lisjt. Aan de bouw werd direct aan het begin van zijn alleenheerschappij begonnen. Tijdens het Oude Rijk had het hele piramidecomplex één naam. Tijdens het Middenrijk hadden de verschillende onderdelen van het piramidecomplex hun eigen naam. De piramide had de naam ‘Senwosret-peteri-taoey’ (Senwosret aanschouwt de beide landen). Twee andere namen zijn bekend, het is echter niet duidelijk welke naam bij welk onderdeel van het complex hoort. Deze zijn Cha-Senwosret (Senwosret verschijnt) en Chnoem-soet-Cheperkara (verenigd zijn de plaatsen van Cheperkara).
Alles wijst erop dat zijn piramide bij zijn overlijden was voltooid. De laatste drie jaren regeerde hij samen met zijn zoon Ameny. Na het overlijden van zijn vader rond 1926 v.Chr. volgde Ameny hem op als Amenemhat II.
PvG
Zie ook de koningskaart voor meer informatie over deze farao.
Lees ook het artikel: De instructies van Amenemhat I voor zijn zoon Senwosret I
Bronnen:
– The Middle Kingdom of Ancient Egypt – W. Grajetzki
– Ancient Egyptian Coregencies – W. Murnane
– The Complete Royal Families of Ancient Egypt – A. Dodson en D. Hilton
– Chronicle of the Pharaohs – P.A. Clayton