De pijl en boog behoren tot de oudste wapens en werden voornamelijk gebruikt in de strijd en om ermee te jagen. Afbeeldingen van jagers die met hun pijl en boog een prooi najagen zijn vooral uit prehistorische rotstekeningen bekend. Ook komen deze voorstellingen voor op Naqada vazen, ivoren handvatten van vuurstenen messen en schminkpaletten uit leisteen. Het boogschieten maakte deel uit van de training van de Egyptische soldaten. De hiëroglief voor ‘soldaat’ toont een knielende man met gebogen arm. In zijn uitgestrekte linkerhand houdt hij een boog en in zijn rechterhand heeft hij een pijl. Het Egyptische leger beschikte al vroeg over speciale detachementen voor boogschutters. Maar ook de farao, de prinsen en de zonen van hoge ambtenaren bekwaamden zich in deze tak van sport. Voor het spannen van een boog was kracht en een bepaalde mate van getraindheid nodig.
In verschillende graven zijn voorstellingen te zien hoe bogen werden vervaardigd. Drie soorten bogen kunnen worden onderscheiden. Uit de eenvoudige boog ontwikkelde zich de gebonden en versterkte boog. Vanaf de 18de dynastie in het Nieuwe Rijk werd vanuit Voor-Azië de composietboog in Egypte geïntroduceerd. De pijlen die hiermee werden afgeschoten hadden een aanzienlijk groter bereik. Twee soorten pijlen werden gebruikt bij de jacht. Een pijl met een platte punt was bedoeld om het dier uit te putten na de doorboring van de huid. Een tweede soort bevatte een scherpe punt en kon onmiddellijk dodelijk zijn. Pijlen werden gemaakt van riet met een punt van ivoor, been, vuursteen, obsidiaan of brons.
Een reliëfvoorstelling in de tempel van Karnak toont Thoetmoses III met een pijl en boog. De oorlogsgod Seth treedt hier op als zijn leermeester. Het idee dat een god instructies geeft aan een koning komt ook tot uitdrukking in de voorstelling op een zijplaat van de strijdwagen van Thoetmoses IV. Te zien is hoe de farao in zijn strijdwagen staat met de benen wijd uit elkaar. Achter hem staat de Thebaanse oorlogsgod Monthoe die met zijn handen de armen van de farao ondersteunt. Door deze goddelijke tussenkomst wordt het schieten van de pijlen trefzeker. In de tempel van Monthoe te Armant heeft farao Thoetmoses III in zijn 22ste regeringsjaar een stèle laten oprichten. Daarop staan zijn heldendaden vermeld. Er wordt vooral gesproken over zijn ongeëvenaarde vaardigheid bij een wedstrijd in boogschieten op een doelwit: ‘Toen schoot hij op het doelwit. Het hout versplinterde als papyrus. Zijne majesteit wijdde een voorbeeld hieraan in de tempel van Amon, een doelwit van bewerkt koper drie vingers dik, zijn pijl stak erin nadat hij het had geraakt. En die stak er drie handbreedten doorheen, zodat zijn onderdanen zich de kracht van zijn arm in moed en kracht zouden wensen. Ik spreek (de waarheid) over wat hij doet, zonder leugen of valsheid, omdat (het gebeurde) voor zijn hele leger zonder vorm van opschepperij.’
Ook farao Amenhotep II liet zich erop voorstaan dat hij over een uitstekende lichamelijke conditie beschikte. Zo is op een reliëfplaat te zien hoe de koning, rijdend in een strijdwagen die hij eigenhandig mende, pijlen uit zijn boog door een bronzen plaat wist te schieten. Ook hier wordt gesproken over een dikte van drie vingers. Deze granieten plaat wordt tegenwoordig in het Luxor museum bewaard. Op de sfinxstèle wordt over Amenhotep II gezegd: ‘Hij betrad de noordelijke voorhof en zag dat men vier doelwitten had opgesteld van Aziatisch koper, een handbreedte dik. De ruimte tussen de ene en de andere bedroeg twintig el. Zijne majesteit verscheen vervolgens op zijn strijdwagen als Monthoe in zijn kracht. Hij spande zijn boog en greep vier pijlen tegelijk. Daarna reed hij weg. Hij beschoot ze als Monthoe in zijn pracht en praal. Zijn pijlen staken er aan de achterkant uit. Daarna richtte hij zich op een ander doelwit. Dat was een daad die nog nooit was gedaan en waar nog nooit over was gesproken: dat een pijl dwars door een koperen doelwit werd geschoten en op de aarde neerviel.’
De Franse egyptoloog Victor Loret (1859 – 1946) trof in 1898 een composietboog aan in het verder vrijwel leeggeroofde graf van Amenhotep II (KV 35). Deze boog is rijkelijk versierd met inscripties en inlegwerk en bevindt zich nu in het Luxor Museum. In het graf van Toetanchamon zijn ook vele composietbogen teruggevonden. Deze worden tentoongesteld in het Egyptisch Museum in Caïro. Een vergulding afkomstig van een pijlenkoker die heeft toebehoord aan farao Eje toont een bijzondere voorstelling. Een koperen plaat is als doelwit bovenaan een staak bevestigd. Aan de staak zijn ook krijgsgevangenen onder het doelwit vastgebonden. Wanneer de pijl de koperen plaat zou missen, dan zou dat de vijand noodlottig kunnen zijn.
HJP
Bronnen:
– Sport am Nil, Texte aus drei Jahrtausenden ägyptischer Geschichte – W. Decker
– Pharao und Sport – W. Decker
– Sport und Spiel im Alten Ägypten – W. Decker
– Der Sport im alten Ägypten – A.D Touny en S. Wenig
– Egyptian Games and Sports – J.A. Tyldesley