Farao Thoetmoses III was de zesde vorst van de 18de dynastie volgens de Koningslijst. Hij was de zoon van farao Thoetmoses II en een van zijn bijvrouwen, Isis. Thoetmoses II stierf jong, waarschijnlijk rond zijn dertigste.
Hoe oud zijn zoon toen precies was, is niet bekend. Schattingen variëren van drie tot twaalf jaar. In ieder geval was hij te jong om Egypte te regeren. Daarom trad koningin Hatsjepsoet als regentes voor hem op. Zij wist het grootste deel van de macht naar zich toe te trekken en riep zichzelf zelfs uit tot koning.
Er was echter geen sprake van echte overname van de troon. De regeringsjaren van Thoetmoses III werden als officiële datering gebruikt. En hij werd altijd samen met Hatsjepsoet afgebeeld. Al werd wel duidelijk gemaakt dat zij de belangrijkste van de twee was, door haar altijd als eerste af te beelden.
Er is niet veel bekend over Thoetmoses III tijdens deze periode. Waarschijnlijk heeft hij tijdens de laatste jaren van het co-regentschap met Hatsjepsoet een militaire opleiding gevolgd. Vermoedelijk heeft hij ook een goede civiele opleiding gekregen. De jonge koning werd dus degelijk voorbereid op het koningschap.
Toen Hatsjepsoet omstreeks het 22ste regeringsjaar overleed, kwam Thoetmoses III zelf aan de macht. Vrijwel direct werden zijn militaire vaardigheden op de proef gesteld. Diverse Syrische prinsen, geleid door de prins van Kadesj, kwamen in opstand. Thoetmoses III rukte meteen met zijn leger op naar de Syrische stad Megiddo waar hij de eerste van vele militaire overwinningen behaalde.
De volgende twintig jaar voerde hij bijna elke zomer een campagne in Syrië. Zo wist hij meer dan 350 steden te veroveren. In het 35ste regeringsjaar versloeg hij de grootmacht van het Nabije-Oosten, de Mitanni. Door Egyptische ambtenaren in het bestuur van de overheerste gebieden te plaatsen, wist Thoetmoses III er invloed te houden. Daarnaast werden kinderen van Syrische leiders aan het Egyptische hof opgevoed. Door deze ‘gijzelingen’ bleven hun vaders loyaal aan Egypte.
Dankzij de militaire overwinningen stroomden de rijkdommen Egypte binnen. Deze werden gebruikt om onder andere de tempel van Karnak uit te breiden. Het gebied rondom het centrale heiligdom werd door Thoetmoses III verfraaid. De vierde, vijfde, zesde en zevende pyloon werden in zijn opdracht vervaardigd.
Zijn grootste bouwwerk was de Achmenoe-tempel, die tegenwoordig de Festivaltempel wordt genoemd. Deze werd gebouwd voor het vieren van de Sed-festivals van de koning. Aan de achterkant van de Achmenoe is een uniek reliëf te zien, dat tegenwoordig bekend staat als de botanische tuin.
Ook op de westoever was Thoetmoses III actief. In Deir el-Bahri bouwde hij naast de tempel van Hatsjepsoet een tempel ter ere van Hathor, de Djeser-achet. Op de rand van het vruchtbare land bouwde Thoetmoses III zijn dodentempel de Heneket-anch. Tegenwoordig is nagenoeg niets meer van deze tempel zichtbaar.
De grote koninklijke echtgenote van Thoetmoses III was Meritra-Hatsjepsoet. Zij was niet van koninklijke afkomst. Samen kregen zij een zoon, de troonopvolger Amenhotep II. In het 52ste regeringsjaar benoemde Thoetmoses III zijn toen 16-jarige zoon tot co-regent.
Aan het einde van zijn regeerperiode besloot Thoetmoses III de geschiedenis van zijn regime te herschrijven. Dit leidde tot het uitwissen van de naam en afbeeldingen van Hatsjepsoet. Hij overleed in zijn 54ste regeringsjaar, ongeveer zestig jaar oud. Zijn mummie werd in zijn graf (KV 34) in het Dal der Koningen bijgezet. Het graf is beroemd vanwege een van de weinige complete versies van het ‘Amdoeat’.
Tijdens de 21ste dynastie werd zijn mummie herbegraven in de koninklijke cachette in Deir el-Bahri. Deze cachette werd in 1881 ontdekt. De mummie van Thoetmoses III werd op 3 april 2021 tijdens de Golden Parade overgebracht naar het National Museum of Egyptian Civilization in Caïro, waar hij tegenwoordig te bezichtigen is.
PvG
Zie ook de koningskaart voor meer informatie over deze farao.
Bronnen:
– Imperial lives volume 1 – D. Forbes
– The Complete Royal Families of Ancient Egypt – A. Dodson & D. Hilton
– Chronicle of the Pharaohs – P.A. Clayton